ECLI:NL:RBDHA:2025:6775

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
23 april 2025
Zaaknummer
NL24.34178 en NL24.341180
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A.S. Gaastra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak met betrekking tot asielaanvragen

Op 23 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers, bestaande uit een gezin met minderjarige kinderen, een verzoek om voorlopige voorziening hebben ingediend. Dit verzoek was gericht tegen besluiten van de minister van Asiel en Migratie, genomen op 27 januari 2024, betreffende hun aanvragen voor asiel. De verzoeken zijn behandeld tijdens een zitting op 3 maart 2025, waarbij zowel de verzoekers als hun gemachtigde, mr. W.C. Boelens, en de gemachtigde van de minister, mr. R.S. Helmus, aanwezig waren.

De voorzieningenrechter heeft in zijn uitspraak geoordeeld dat, aangezien de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan in de beroepen van verzoekers, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom zijn de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank heeft de beroepen van verzoekers gegrond verklaard, wat betekent dat de minister verplicht is om de proceskosten van verzoekers te vergoeden. Deze kosten zijn vastgesteld op € 907, omdat de gemachtigde van verzoekers een verzoekschrift heeft ingediend. Vanwege de samenhang van de zaken is de hoogte van de proceskostenveroordeling beperkt tot het bedrag dat in één zaak zou worden toegekend.

De uitspraak is gedaan door mr. A.S. Gaastra, in aanwezigheid van griffier mr. S. Rashid, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.34178 en NL24.34180

uitspraak van de voorzieningenrechter van 23 april 2025 in de zaken tussen

[verzoekster], v-nummer: [nummer 1],

[verzoeker],v-nummer: [nummer 2],
samen: verzoekers,
mede namens hun minderjarige kinderen
[kind 1],v-nummer: [nummer 3],
[kind 2],v-nummer: [nummer 4],
[kind 3],v-nummer: [nummer 5], en
[kind 4],v-nummer: [nummer 6],
(gemachtigde: mr. W.C. Boelens)
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. R.S. Helmus).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de voorzieningenrecht de verzoeken om voorlopige voorziening dat verzoekers hebben ingediend hangende hun beroepen tegen de besluiten 27 januari 2024 van de minister op de aanvragen van verzoekers.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft de verzoeken, samen met de behandeling van zaaknummers NL24.34177 en NL24.34179, op 3 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekers, de gemachtigde van verzoekers en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL24.34177 en NL24.34179, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
3. Omdat de rechtbank de beroepen van verzoekers gegrond heeft verklaard, moet de minister de proceskosten van verzoekers vergoeden. Deze vergoeding bedraagt € 907, omdat de gemachtigde van verzoekers een verzoekschrift heeft ingediend. Vanwege de samenhang van de zaken blijft de hoogte van de proceskostenveroordeling beperkt tot het bedrag dat in één zaak zou worden toegekend. [1]

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 907;
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.S. Gaastra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Rashid, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht maakt dat mogelijk.