In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden, gedateerd 12 juni 2023. Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft op 10 februari 2025 het bezwaar alsnog gegrond verklaard en een eenmalige energietoeslag van € 1.300,- toegekend aan eiser. De rechtbank heeft eiser gevraagd of dit besluit voor hem aanleiding was om het beroep in te trekken, maar eiser heeft hierop niet gereageerd. Hierdoor concludeert de rechtbank dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank stelt vast dat het college met de nieuwe beslissing op bezwaar van 10 februari 2025 volledig aan de bezwaren van eiser tegemoet is gekomen, waardoor er feitelijk geen geschil meer bestaat tussen partijen. Aangezien eiser het beroep niet heeft ingetrokken, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat het college het griffierecht van € 50,- aan eiser moet vergoeden, evenals de proceskosten van € 907,- die aan de gemachtigde van eiser moeten worden betaald. Eiser heeft in de bezwaarprocedure geen gebruik gemaakt van professionele rechtshulp, en er zijn geen andere kosten die voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank besluit tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten, maar er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling in de bezwaarprocedure. De uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk, rechter, en is openbaar uitgesproken op 17 april 2025.