ECLI:NL:RBDHA:2025:6794

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
17 april 2025
Publicatiedatum
23 april 2025
Zaaknummer
23/5521
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen bestreden besluit over eenmalige energietoeslag voor Leidse studenten

In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden, gedateerd 12 juni 2023. Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft op 10 februari 2025 het bezwaar alsnog gegrond verklaard en een eenmalige energietoeslag van € 1.300,- toegekend aan eiser. De rechtbank heeft eiser gevraagd of dit besluit voor hem aanleiding was om het beroep in te trekken, maar eiser heeft hierop niet gereageerd. Hierdoor concludeert de rechtbank dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is en doet uitspraak zonder zitting, zoals toegestaan onder artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

De rechtbank stelt vast dat het college met de nieuwe beslissing op bezwaar van 10 februari 2025 volledig aan de bezwaren van eiser tegemoet is gekomen, waardoor er feitelijk geen geschil meer bestaat tussen partijen. Aangezien eiser het beroep niet heeft ingetrokken, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang.

Daarnaast oordeelt de rechtbank dat het college het griffierecht van € 50,- aan eiser moet vergoeden, evenals de proceskosten van € 907,- die aan de gemachtigde van eiser moeten worden betaald. Eiser heeft in de bezwaarprocedure geen gebruik gemaakt van professionele rechtshulp, en er zijn geen andere kosten die voor vergoeding in aanmerking komen. De rechtbank besluit tot het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten, maar er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling in de bezwaarprocedure. De uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk, rechter, en is openbaar uitgesproken op 17 april 2025.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 23/5521

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 april 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: C.M. Snellenberg),
en

het college van burgemeester en wethouders gemeente Leiden

(gemachtigde: P.A.P. van de Ven).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiser tegen het bestreden besluit van het college van 12 juni 2023.
1.1.
Bij besluit van 10 februari 2025 heeft het college het bezwaar van eiser alsnog gegrond verklaard en hem een eenmalige energietoeslag ter grootte van € 1.300,- toegekend.
1.2.
De rechtbank heeft eiser schriftelijk gevraagd of het besluit van 10 februari 2025 voor hem aanleiding was het beroep in te trekken. Eiser heeft op de vraag van de rechtbank niet gereageerd.
1.3.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Vastgesteld wordt dat het college met de nieuwe beslissing op bezwaar van 10 februari 2025 alsnog volledig aan de bezwaren van eiser is tegemoetgekomen. Hierdoor bestaat er feitelijk geen geschil meer tussen partijen. Dat brengt mee dat, nu eiser het beroep niet heeft ingetrokken, het beroep door het ontbreken van procesbelang niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
3. Omdat het college eiser na het instellen van beroep tegemoet is gekomen, moet het college het griffierecht aan eiser vergoeden en krijgt hij ook een vergoeding voor de proceskosten. Het college moet deze vergoeding aan eisers gemachtigde betalen. Deze vergoeding bedraagt € 907,- omdat de gemachtigde van eiser een beroepschrift heeft ingediend. Eiser heeft in de bezwaarprocedure geen gebruik gemaakt van professionele rechtshulp en er is evenmin gebleken van andere kosten die op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor vergoeding in aanmerking komen. Er is daarom geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling in bezwaar.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat het college aan eiser het door hem betaalde griffierecht, te weten € 50,-, vergoedt;
- veroordeelt het college in de proceskosten ter grootte van € 907,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.J. Waterbolk, rechter, in aanwezigheid van mr. W. Goederee, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 17 april 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.