ECLI:NL:RBDHA:2025:6863

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
24 april 2025
Zaaknummer
NL24.47864
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

Op 23 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de zaak met nummer NL24.47864. De voorzieningenrechter, mr. G.W.B. Heijmans, heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit verzoek was ingediend door de verzoekster, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De minister van Asiel en Migratie had op 26 november 2024 het verzoek van de verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen had de verzoekster beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 23 februari 2025 is het verzoek behandeld, maar de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig was, aangezien er op dezelfde dag uitspraak was gedaan in de aanverwante zaak NL24.47863. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.47864

uitspraak van de voorzieningenrechter van 23 april 2025 in de zaak tussen

[verzoekster], v-nummer: [nummer], verzoekster

(gemachtigde: mr. A.A. Ubbergen),
en

de minister van Asiel en Migratie

(gemachtigde: mr. M. Verzijden).

Inleiding

1. Bij besluit van 26 november 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet-ontvankelijk verklaard.
1.1.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.47863, op 23 februari 2025 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.47863, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.W.B. Heijmans, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.M. Hampsink, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.