ECLI:NL:RBDHA:2025:6974

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
23 april 2025
Publicatiedatum
25 april 2025
Zaaknummer
NL24.51709
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

Op 23 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoekster die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De minister van Asiel en Migratie had deze aanvraag op 18 december 2024 afgewezen, met het argument dat deze kennelijk ongegrond was. Verzoekster heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 februari 2025 behandeld, waarbij verzoekster werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. I.M. Zuidhoek, en de minister werd vertegenwoordigd door mr. M. Verzijden.

In de uitspraak van 23 april 2025 heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat, gezien de uitspraak in een andere zaak (NL24.51708) op dezelfde datum, een voorlopige voorziening niet meer nodig is. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.W.B. Heijmans en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL24.51709

uitspraak van de voorzieningenrechter van 23 april 2025 in de zaak tussen

[eiseres], v-nummer: [nummer 1], eiseres

(gemachtigde: mr. I.M. Zuidhoek),
mede namens haar minderjarige kinderen
[kind 1], v-nummer: [nummer 2],
[kind 2], v-nummer: [nummer 3],
[kind 3], v-nummer: [nummer 4].
en

de minister van Asiel en Migratie

(gemachtigde: mr. M. Verzijden).

Inleiding

1. Bij besluit van 18 december 2024 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoekster tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen als kennelijk ongegrond.
1.1.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
1.2.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de zaak NL24.51708, op 24 februari 2025 op zitting behandeld. Verzoekster is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.51708, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.W.B. Heijmans, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S.M. Hampsink, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.