ECLI:NL:RBDHA:2025:7003

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
25 april 2025
Publicatiedatum
25 april 2025
Zaaknummer
C/09/680422 / KG ZA 25-146
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.Th. van Walderveen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op LEGO-merken door Betonblock c.s. in kort geding

Op 25 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak tussen LEGO HOLDING A/S en de gedaagde partijen Betonblock B.V., Betonblock Group B.V. en Betonblock Global B.V. De LEGO-Groep, eisende partij, vorderde dat de gedaagde partijen zouden worden veroordeeld om met onmiddellijke ingang iedere inbreuk op de LEGO-merken te staken. De LEGO-Groep stelt dat de gedaagde partijen ongerechtvaardigd voordeel trekken uit de reputatie van de LEGO-merken door het gebruik van het teken 'lego' op hun website en in hun productomschrijvingen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang, omdat de gedaagde partijen nog steeds gebruik maken van het teken, wat volgens de LEGO-Groep inbreuk maakt op haar merkrechten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het gebruik van het teken door Betonblock c.s. ongerechtvaardigd voordeel oplevert uit de bekendheid van de LEGO-merken. De vorderingen van de LEGO-Groep zijn in beperkte vorm toegewezen, waarbij Betonblock c.s. is veroordeeld om binnen twee werkdagen na de uitspraak iedere inbreuk op de LEGO-merken te staken, op straffe van een dwangsom. Daarnaast zijn de proceskosten aan de zijde van de LEGO-Groep begroot op € 15.000,-, die door de gedaagde partijen hoofdelijk moeten worden betaald.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Civiel recht
Zittingsplaats Den Haag
Zaaknummer: C/09/680422 / KG ZA 25-146
Vonnis in kort geding van 25 april 2025
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
LEGO HOLDING A/S,
te Billund (Denemarken),
eisende partij,
advocaat: mr. J.M. Boelens,
tegen

1.BETONBLOCK B.V. voorheen handelend onder de naam LEGOBETON B.V.,

te Heerhugowaard,
2.
BETONBLOCK GROUP B.V.,
te Heerhugowaard,
3. BETONBLOCK GLOBAL B.V.,
te Heerhugowaard,
gedaagde partijen,
advocaten: mrs. J.S. Hofhuis en C.M.M. Pilaar.
Eisende partij zal hierna worden aangeduid als de LEGO-Groep. Gedaagde partijen zullen afzonderlijk Betonblock, Betonblock Group en Betonblock Global worden genoemd en gezamenlijk worden aangeduid als Betonblock c.s.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 25 februari 2025, met producties EP01 t/m EP15;
- de conclusie van antwoord van 25 maart 2025, met producties GP01 t/m GP05;
- de akte overlegging nadere producties van de LEGO-Groep, met producties EP16 t/m EP20;
- de akte overlegging nadere reactieve producties van Betonblock c.s., met producties GP06 t/m GP07.
1.2.
Op 28 maart 2025 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. Partijen hebben vragen van de voorzieningenrechter beantwoord en hun standpunten nader toegelicht aan de hand van overgelegde pleitaantekeningen. Tot slot heeft de voorzieningenrechter bepaald dat er vandaag vonnis wordt gewezen.

2.De feiten

2.1.
De LEGO-Groep ontwikkelt, produceert en verkoopt sinds 1932 speelgoed, in het bijzonder de bekende LEGO-bouwstenen.
2.2.
De LEGO-Groep is rechthebbende op onder meer de volgende merkregistraties (welke hierna gezamenlijk zullen worden aangeduid als: de LEGO-merken):
  • i) Het Uniewoordmerk LEGO van 1 april 1996, met registratienummer 39800, dat onder andere is geregistreerd voor waren in klasse 28 (voor
  • ii) de internationale merkregistratie met gelding in de Benelux voor het woordmerk LEGO van 27 augustus 1964, met registratienummer 287932, dat is geregistreerd voor waren in klasse 28 (voor speelgoed en spellen, met name bouw- en constructiespeelgoed), hierna te noemen: het Benelux-woordmerk.
2.3.
Betonblock Group is een houdstermaatschappij. Zij is bestuurder en enig aandeelhouder van Betonblock en Betonblock Global. Betonblock heeft op 24 maart 2025 haar statutaire naam gewijzigd (van Legobeton B.V. naar Betonblock B.V.).
2.4.
Betonblock was, voordat zij in maart 2025 haar statutaire naam heeft gewijzigd, onder de handelsnamen Legobeton B.V./Legobeton en Betonblock B.V./Betonblock actief in de vervaardiging van producten van beton voor de bouw en in de vervaardiging van machines, apparaten en werktuigen voor specifieke doeleinden. Daarnaast was zij actief als groothandelaar in machines voor de bouw en bouwmaterialen. Betonblock heeft deze handelsactiviteiten voortgezet, maar enkel onder de handelsnaam Betonblock B.V./ Betonblock. De voorheen gehanteerde handelsnaam ‘Legobeton’ is na de statutaire naamswijziging verwijderd uit het uittreksel van het register van de Kamer van Koophandel.
2.5.
Betonblock Global drijft onder de handelsnamen ALPHABLOCK, Betonblock Global B.V. en Betonblock USA een groothandel in machines voor de bouw en in overige machines, apparaten en toebehoren voor industrie en handel. Daarnaast is zij actief in het vervaardigen van producten van beton voor de bouw.
2.6.
Betonblock Global en Betonblock zijn beide gespecialiseerd in de ontwikkeling, productie en verkoop van stalen mallen voor de productie van onder meer allerhande betonblokken. Een voorbeeld van een dergelijke mal is hieronder afgebeeld:
2.7.
Betonblock Global en Betonblock bieden hun producten onder meer aan via haar website onder de domeinnaam (hierna te noemen: de Website). Deze domeinnaam is sinds 2006 actief en beschikbaar in verschillende taalversies.
2.8.
Betonblock c.s. maakt op haar Website herhaaldelijk gebruik van het teken ‘lego’ dan wel ‘LEGO’ veelal in combinatie met de woorden ‘beton’, ‘blokken’ en ‘stenen’. Zo hanteert Betonblock c.s. regelmatig de woordcombinatie ‘betonnen legoblokken’. Aan het gebruik van het teken ‘lego’ / ‘LEGO’, al dan niet in combinatie met de woorden ‘beton’, ‘blokken’ en/of ‘stenen’, zal hierna worden gerefereerd als (gebruik van) het Teken. Betonblock c.s. gebruikt het Teken eveneens als onderdeel van URL’s en paginatitels.
2.8.1.
Op de Nederlandse landingspagina van de Website staat het volgende vermeld:
2.8.2.
Op de productpagina van de door Betonblock c.s. aangeboden mal voor betonblokmal BB (bereikbaar via de knop ‘Assortiment’ > ‘Betonblokken’) staat het volgende:
2.8.3.
Ook op de pagina ‘Over ons’ op de Website is het Teken gebruikt:
2.8.4.
Op de landingspagina van de Website is onderaan onder ‘Inspiratie’ de mogelijkheid te klikken op ‘Betonnen legoblokken’. Een klik op die link leidt naar de URL https://betonblock.com/nl/betonnen-legoblokken. Op die pagina heeft Betonblock c.s. zich veelvuldig bediend van het Teken. Zo is onder meer het volgende waar te nemen (arcering door de LEGO-Groep):
en
en
en
en
en
2.9.
In de buitenlandse taalversies van de Website maakt Betonblock c.s. ook gebruik van het Teken. Zo wordt op de Engelstalige versie van de website gesproken over ‘lego bricks’ en ‘lego blocks’; op de Duitstalige pagina gaat het over ‘LEGO-Steinen’, ‘Legoblöcke’ en ‘Legosteine(n)’ en op de Franstalige pagina over ‘briques lego’ en ‘Blocs de béton type lego’. Ook op de Italiaanstalige en Spaanstalige versies van de Website wordt het Teken gebruikt.
2.10.
Op 21 oktober 2024 heeft de LEGO-Groep Betonblock c.s. een sommatie gestuurd, waarin zij heeft gesommeerd de inbreuk op de LEGO-merken te staken.
2.11.
Betonblock c.s. heeft op 24 oktober 2024 op de sommatie gereageerd en gesteld dat haar gebruik van het Teken in overeenstemming is met de eerlijke gebruiken in de nijverheid en handel. Betonblock c.s. heeft in die brief te kennen gegeven graag met de LEGO-Groep in gesprek te gaan over een minnelijke oplossing en verzocht aan te geven onder welke voorwaarden zij van de LEGO-Groep wel (beschrijvend) gebruik mag blijven maken van de LEGO-merken.
2.12.
De LEGO-Groep heeft Betonblock c.s. op 12 november 2024 laten weten dat zij niet kan instemmen met voortgezet gebruik van de LEGO-merken en haar sommatie van 21 oktober 2024 gestand gedaan.

3.Het geschil

3.1.
De LEGO-Groep vordert dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
A. Betonblock c.s. hoofdelijk veroordeelt om met onmiddellijke ingang iedere inbreuk op de LEGO-merken te staken en gestaakt te houden, op straffe van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere keer of iedere dag of een gedeelte daarvan dat Betonblock c.s. in strijd met deze veroordeling handelt;
Betonblock c.s. hoofdelijk veroordeelt in de kosten van deze procedure zoals bedoeld in artikel 1019h Rv [1] , vermeerderd met de wettelijke rente daarover;
De termijn voor het instellen van een eis in de hoofdzaak zoals bedoeld in artikel 1019i Rv stelt op zes maanden na betekening van dit vonnis.
3.2.
De LEGO-Groep legt aan deze vorderingen de volgende stellingen ten grondslag. Betonblock c.s. maakt inbreuk op de LEGO-merken op grond van artikel 9 lid 2 sub c UMVo [2] en artikel 2.20 lid 2 sub c BVIE [3] dan wel op grond van artikel 2.20 lid 2 sub d BVIE. [4] De LEGO-merken zijn immers bekend merken, waarop Betonblock c.s. inbreuk maakt door het Teken voor vergelijkbare producten te gebruiken en op haar Website expliciet naar de producten van de LEGO-Groep te verwijzen. Daarmee wordt ongerechtvaardigd voordeel getrokken uit de reputatie en bekendheid van de LEGO-merken, dan wel wordt afbreuk gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van de LEGO-merken.
3.3.
Betonblock c.s. voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen van de LEGO-Groep, met veroordeling van de LEGO-Groep in de kosten van deze procedure zoals bedoeld in artikel 1019h Rv en in de nakosten, beide te vermeerderen met wettelijke rente.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna – voor zover van belang – nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid
4.1.
Voor zover de vorderingen van de LEGO-Groep gegrond zijn op gestelde inbreuk op het Uniewoordmerk van de LEGO-Groep, is de voorzieningenrechter op grond van artikel 123 lid 1, 124 onder a en 125 lid 1 UMVo en artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk bevoegd om van deze vorderingen kennis te nemen, omdat Betonblock, Betonblock Group en Betonblock Global allen gevestigd zijn in Nederland. Deze bevoegdheid strekt zich uit tot het grondgebied van de hele Europese Unie.
4.2.
Voor zover de vorderingen van de LEGO-Groep gegrond zijn op het Benelux-woordmerk, is de voorzieningenrechter krachtens artikel 4.6 lid 1 BVIE eveneens bevoegd om daarvan kennis te nemen, omdat de gestelde inbreuk plaatsvindt door gebruik van een teken gelijk aan of overeenstemmend met het Benelux-woordmerk op de Website van Betonblock c.s., welke website mede op Nederland is gericht en daarmee ook op het arrondissement Den Haag. Deze bevoegdheid strekt zich uit tot het grondgebied van de Benelux.
4.3.
Betonblock c.s. heeft de bevoegdheid ook overigens niet bestreden.
Spoedeisend belang
4.4.
De vraag of een eisende partij in kort geding voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorzieningen dient beantwoord te worden aan de hand van een afweging van de belangen van partijen, beoordeeld naar de toestand ten tijde van de uitspraak. Daarbij heeft als uitgangspunt te gelden dat het spoedeisend belang in beginsel is gegeven zolang de gestelde inbreuk voortduurt.
4.5.
Betonblock c.s. heeft het spoedeisend belang betwist en daartoe aangevoerd dat het gebruik van het teken ‘Lego’ in combinatie met het woord ‘beton’ of ‘betonblok’ in de branche van de betonindustrie de afgelopen twintig jaar gemeengoed is geworden en dat de LEGO-Groep daar al die tijd niet tegen heeft geageerd. Toewijzing van de gevorderde voorlopige maatregel heeft voor Betonblock c.s. onevenredig zware commerciële gevolgen, omdat zij in dat geval slecht(er) vindbaar is voor (potentiële) klanten, terwijl andere marktdeelnemers het gebruik van met de LEGO-merken overeenstemmende tekens zonder beperking kunnen voortzetten.
4.6.
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. In dit geval is niet in geschil dat Betonblock c.s. op haar Website nog steeds gebruik maakt van het Teken, en dat dit gebruik volgens de LEGO-Groep inbreuk op haar merkrechten oplevert. Daarmee is het spoedeisend belang bij de gevorderde voorziening in beginsel gegeven. De omstandigheid dat een toewijzing van de vorderingen mogelijk ingrijpende gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering van Betonblock c.s. staat niet aan dit spoedeisende belang in de weg, te meer omdat de voorzieningenrechter aan het bezwaar van Betonblock c.s. gedeeltelijk tegemoet zal komen in zijn beslissing, omdat het gebruik van het Teken onder voorwaarden wordt toegestaan.
Inbreuk op de LEGO-merken?
Inbreuk op grond van artikel 9 lid 2 sub c UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub c BVIE?
4.7.
Voor een succesvol beroep op artikel 9 lid 2 sub c UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub c BVIE is vereist dat door het gebruik hetzij ongerechtvaardigd voordeel wordt gehaald uit hetzij afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk
(ook wel ‘verwatering’ genoemd). [5] Er is sprake van verwatering indien door het gebruik van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met een merk, de identiteit van dat merk afbrokkelt en aan impact op het publiek inboet [6] . Iemand haalt ongerechtvaardigd voordeel uit het onderscheidend vermogen of de reputatie in gevallen waarin sprake is van meeliften, of
‘free-riding’. Het gaat dan niet om de schade aan het merk, maar om het profijt dat de derde haalt uit het gebruik van het teken.
4.8.
Aan Betonblock c.s. kan worden toegegeven dat voorshands niet goed is in te zien hoe het gebruik dat zij maakt van het Teken afbreuk doet aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van de LEGO-merken. Daartoe is met name van belang dat de branche waarbinnen Betonblock c.s. opereert van zeer specifieke aard is en op grote afstand staat van het publiek waar de LEGO-Groep zich op richt. Betonblock c.s. trekt met het aanbieden/ verkopen van stalen mallen voor betonnen blokken immers een wezenlijk ander publiek aan dan de LEGO-Groep met haar speelgoedproducten (waarvoor de LEGO-merken zijn ingeschreven en waaraan zij ook hun status als bekend merk ontlenen). De Lego-groep heeft ook niet gesteld dat het gebruik door Betonblock c.s. leidt tot een verandering van het economisch gedrag van de gemiddelde consument: er wordt daardoor natuurlijk geen doosje speelgoed minder verkocht. Evenmin is aannemelijk dat er afbreuk wordt gedaan aan de reputatie van de LEGO-merken.
4.9.
In het verlengde hiervan wordt het (eerst ter zitting summierlijk gedane) verzet van de LEGO-groep tegen het gebruik van met de LEGO-merken identieke of overeenstemmende tekens als sleutelwoord op een internetzoekmachinedienst afgewezen. Het enkele gebruik als AdWord levert volgens vaste rechtspraak geen inbreuk op, zolang de advertentie voor de gemiddelde internetgebruiker voldoende duidelijk maakt dat er geen economische band bestaat tussen de adverteerder en de merkhouder. [7] Dat van een dergelijke band sprake zou zijn, is als hiervoor in 4.8. overwogen gesteld noch gebleken. Ook anderszins wordt niet ingezien hoe dit gebruik tot verwatering of aantasting van merkfuncties zou leiden.
4.10.
De voorzieningenrechter volgt de LEGO-groep wel in haar standpunt dat Betonblock c.s. met het gebruik van het Teken ongerechtvaardigd voordeel trekt uit het onderscheidend vermogen en de reputatie van de LEGO-merken. Zoals uit 2.8. blijkt wordt op de website van Betonblock c.s. veelvuldig (op één pagina komt het teken ‘Lego’ 26 keer voor) en prominent (niet alleen als samengesteld woord op de pagina’s, maar ook in URL’s en koptitels) gebruik gemaakt van het Teken. Ter zitting heeft Betonblock c.s. desgevraagd aangeven dat dit (zichtbare) gebruik bedoeld is om zo hoog mogelijk in de organische zoekresultaten van internetzoekmachines uit te komen; een website verschijnt immers hoger in de (organische) zoekresultaten naarmate de zoekterm vaker op de website voorkomt. Zij heeft in dat verband gesteld dat in 2024 13,4% van alle klikken op haar website afkomstig was van zoekopdrachten waarin het teken ‘Lego’ werd gecombineerd met beton-gerelateerde termen, wat een geschatte omzet-bijdrage genereerde van
€ 429.000,-. Naar voorlopig oordeel kan dit handelen van Betonblock c.s. niet anders worden gezien dan dat zij in het kielzog van de LEGO-merken probeert te varen om van de aantrekkingskracht, de reputatie en het prestige ervan te profiteren, althans om voordeel te halen uit de commerciële inspanning die de LEGO-groep heeft gedaan om het imago van het merk te creëren en te onderhouden. Aldus wordt door Betonblock c.s. ongerechtvaardigd voordeel getrokken uit het onderscheidend vermogen en de reputatie van de LEGO-merken.
4.11.
Het subsidiaire verweer dat zij voor dat gebruik een geldige reden heeft in de zin van artikel 14 lid 1 onder b UMVo en artikel 2.23 lid 1 onder b BVIE – dat gebruik zou dienen ter aanduiding van kenmerken van de waar – gaat niet op, reeds omdat Betonblock c.s. deloyaal handelt. Op zich staat het Betonblock c.s. vrij om de LEGO-merken beschrijvend te gebruiken en op haar internetsite aan de producten van de LEGO-Groep te refereren zolang het gaat om een beschrijving van de waar in de zin van genoemde artikelen (waartegen de merkhouder zich niet kan verzetten), bijvoorbeeld als Betonblock c.s. (eenmalig) wil uitleggen dat met haar mallen modulaire, stapelbare betonblokken kunnen worden vervaardigd voorzien van noppen, zoals bij de welbekende Lego-steentjes. Dit gebruik vindt haar begrenzingen echter wel in de manier waarop en de hoeveelheid waarmee verwijzingen naar de LEGO-merken op de Website van Betonblock c.s. worden gebruikt: het overvloedige gebruik van het Teken op de Website zoals dat tot op heden het geval is, is naar voorlopig oordeel niet in overeenstemming met de eerlijke gebruiken in nijverheid en handel. Het verweer van Betonblock c.s. dat het frequente gebruik nodig is om beter vindbaar te zijn op internet, wordt gepasseerd, omdat Betonblock c.s. andere middelen ter beschikking heeft staan om haar vindbaarheid op internet te vergroten, zoals bijvoorbeeld het gebruik van AdWords (zie hiervoor). Dat Betonblock c.s. niet anders kan omdat haar Europese concurrenten zulks ook doen, is geen relevant verweer en gaat overigens voorbij aan de onvoldoende weersproken stelling van de LEGO-groep dat zij andere partijen ook heeft aangeschreven en die het soortgelijke gebruik deels al hebben gestaakt.
4.12.
Het voorgaande brengt mee dat het gevorderde inbreukverbod in beperkte vorm wordt toegewezen, namelijk voor zover het Teken anders wordt gebruikt dan op geoorloofde wijze ter aanduiding van kenmerken van de waar dan wel als AdWord.
Inbreuk op grond van artikel 2.20 lid 2 sub d BVIE?
4.13.
De door de LEGO-Groep op de grondslag van artikel 2.20 lid 2 sub d BVIE ingestelde vordering behoeft reeds geen bespreking nu het gevorderde inbreukverbod al in beperkte vorm wordt opgelegd op de c-grond, nog daargelaten dat van een dergelijke situatie geen sprake is, omdat het gebruik van het Teken door Betonblock c.s. – zoals uit het voorgaande kan worden afgeleid – valt aan te merken als gebruik ter onderscheiding van waren of diensten.
De vorderingen
4.14.
Het voorgaande brengt mee dat het gevorderde inbreukverbod toewijsbaar is. Anders dan gevorderd zal deze veroordeling niet hoofdelijk worden uitgesproken, omdat Betonblock, Betonblock Group en Betonblock Global ieder voor zich een verplichting hebben tot het staken en gestaakt houden van inbreuk op de LEGO-merken van de LEGO-Groep. Om executieproblemen te voorkomen zal de termijn waarbinnen de inbreuk moet worden gestaakt worden bepaald op twee werkdagen na de datum van dit vonnis.
4.15.
Oplegging van een dwangsom als prikkel tot nakoming van het op te leggen verbod is aangewezen. Deze dwangsom zal evenwel worden beperkt en gemaximeerd zoals in de beslissing is weergegeven.
4.16.
Betonblock c.s. is overwegend in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de LEGO-Groep worden overeenkomstig de tussen partijen gemaakte en ter zitting door hen bevestigde proceskostenafspraak begroot op € 15.000,-. De LEGO-Groep heeft ter zitting bevestigd dat dit een
lump sumbedrag is; dit betekent dat in dit bedrag ook een bedrag is opgenomen ter zake de dagvaardingskosten en het verschuldigde griffierecht. De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals in de beslissing is vermeld.
4.17.
De proceskostenveroordeling wordt zoals gevorderd hoofdelijk uitgesproken. Dit betekent dat elk van gedaagden kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.
4.18.
De termijn voor het instellen van een hoofdzaak zoals bedoeld in artikel 1019i Rv zal worden gesteld op zes maanden na de datum van dit vonnis.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Betonblock c.s. om binnen twee werkdagen na de datum van dit vonnis iedere inbreuk op de LEGO-merken te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,- voor iedere dag of een gedeelte van een dag dat de betreffende gedaagde in strijd met deze veroordeling handelt, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 50.000,-;
5.2.
veroordeelt Betonblock c.s. hoofdelijk in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van de LEGO-Groep begroot op € 15.000,-, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW indien de proceskosten niet binnen voormelde termijn zijn voldaan;
5.3.
bepaalt de termijn als bedoeld in artikel 1019i Rv op zes maanden na de datum van dit vonnis;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af wat meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.Th. van Walderveen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. Y.F. Ritmeijer, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2025.

Voetnoten

1.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
2.Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk
3.Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen)
4.De b-grond is in dit geding door de LEGO-groep niet ingeroepen.
5.HvJ EU 4 maart 2020, ECLI :EU:C :2020:151 (Burlington)
6.HvJ EU 27 november 2008, ECLI:EU:C:2008:655 (Intel) en HvJ EU 18 juni 2009, ECLI:EU:C:2009:378 (L’Oréal/Bellure)
7.Zie onder meer HvJ EU 23 maart 2010, C-238/08 (Google France) en HvJ EU 22 september 2011, C-323/09 (Interflora)