Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 december 2024 tot en met 27 december 2024 te Zoetermeer meermalen met een kind in de leeftijd van twaalf tot zestien jaren, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2008) een of meer seksuele handelingen heeft verricht die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het met zijn, verdachtes, penis binnendringen in de vagina en/of de anus en/of de mond van die [slachtoffer] ;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 december 2024 tot en met 27 december 2024 te Zoetermeer [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer] een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, te tonen en/of (daarbij) te zeggen: "Je stelt teveel vragen," althans woorden van gelijke (dreigende) aard of strekking;
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 december 2024 tot en met 27 december 2024 te Utrecht en/of Zoetermeer, althans in Nederland, meermalen, althans eenmaal opzettelijk een minderjarige, [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2008, heeft onttrokken aan het wettig over haar gesteld gezag en/of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd over haar uitoefende;
hij in of omstreeks de periode van 25 december 2024 tot en met 27 december 2024 te Zoetermeer een wapen in de zin van artikel 2 lid 1, categorie I sub 7 van de Wet wapens en munitie, gelet op artikel 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een alarmpistool (Umarex Walther PPQ M2) met bijbehorende munitie (twee doosjes .43 patronen 'Dark Devils' en een doosje .43 patronen 'Steel Devils') voorhanden heeft gehad.
2.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
3.De bewijsbeslissing
bijlage 1) opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
II2022/23, 36 222, nr. 3, p. 23). De wetgever heeft dan ook expliciet overwogen dat de strafrechtelijke aansprakelijkheid niet afhankelijk is van specifieke omstandigheden die het slachtoffer betreffen en dat elk seksueel contact met een kind in deze leeftijdscategorie strafbaar is (Kamerstukken
II2022/23, 36 222, nr. 3, p. 94). Dit brengt met zich dat het eigen gedrag van het slachtoffer er per definitie niet toe kan leiden dat zij als seksueel meerderjarig zou moeten worden gezien. Dat zij twee dagen later 16 jaar oud zou worden, maakt dit ook niet anders. De rechtbank verwerpt het verweer.
hij in de periode van 25 december 2024 tot en met 27 december 2024 te Zoetermeer meermalen met een kind in de leeftijd van twaalf tot zestien jaren, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedatum 2] 2008) seksuele handelingen heeft verricht die bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, te weten het met zijn, verdachtes, penis binnendringen in de vagina en de anus en de mond van die [slachtoffer] ;
hij in de periode van 25 december 2024 tot en met 27 december 2024 te Utrecht en Zoetermeer opzettelijk een minderjarige, [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 2008, heeft onttrokken aan het wettig over haar gesteld gezag;
hij
op27 december 2024 te Zoetermeer een wapen in de zin van artikel 2 lid 1, categorie I sub 7 van de Wet wapens en munitie, gelet op artikel 3 onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een Umarex Walther PPQ M2 voorhanden heeft gehad.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
€ 10.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
€ 5.000,00, bestaande uit immateriële schade.
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) MAANDEN;
gedeelte van die straf, groot 12 (twaalf) maanden,
niet zal worden tenuitvoergelegdonder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij
op twee jaren vastgestelde proeftijdniet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
€ 5.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 27 december 2024 tot de dag waarop dit bedrag is betaald, ten behoeve van [slachtoffer] ;