Uitspraak
Beschikking op het op 4 april 2024 ingekomen verzoekschrift van:
[wensouder 1] en [wensouder 2] ,
De ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente 's-Gravenhage,
Procedure
Feiten
- De wensouders, beiden van het mannelijk geslacht, hebben sinds 10 juni 2015 een affectieve relatie en zijn op [datum 1] 2020 te [plaats 1] gehuwd.
- Verzoekers kunnen hun kinderwens niet op eigen kracht realiseren. Zij hebben voor hoogtechnologisch draagmoederschap gekozen.
- De draagmoeder is [draagmoeder] , geboren op [geboortedatum] 1994. De draagmoeder is Amerikaans staatsburger. Zij is ongehuwd. De draagmoeder woont in de Verenigde Staten van Amerika (VS).
- De wensouders hebben op 31 juli 2020 een overeenkomst opgesteld met EOS Conception, LLC te [plaats 2] , VS.
- Verzoekers hebben een “direct agreement for egg donation” gesloten, welke door de wensouders op 7 april 2022 is ondertekend en door de eiceldonatrice op 11 april 2022, waarbij zij stellen dat zij voor dit traject gebruik hebben gemaakt van de hen bekende eiceldonatrice, [eiceldonatrice] , wonend te [plaats 2] , VS.
- De wensouders hebben een draagmoederschapsovereenkomst “agreement” met de draagmoeder opgesteld. Deze overeenkomst is op 4 april 2023 door de draagmoeder ondertekend en op 13 april 2023 door de wensouders.
- Voor de ivf-behandeling is gebruik gemaakt van de kliniek “Kindbody” te Portland, Oregon, VS.
- De draagmoeder is na een ivf-behandeling door voornoemde kliniek in verwachting geraakt. Er is daarbij een embryo bij de draagmoeder geplaatst, waarbij er gebruik is gemaakt van een zaadcel van een van de wensouders en een eicel van een eiceldonatrice. Dit blijkt uit de affidavit van 7 november 2023 van Shannel Adams, MD van “Kindbody”.
- Op 20 november 2023 heeft de “Court of Common Pleas Juvenile Division, Wood County, Ohio, VS”, een “Judgment Entry granting request for declaratory judgement determining the parent and child relationship and determining birth registration” gegeven, onder meer inhoudende:
- Op [datum 2] 2024 is uit de draagmoeder te Ohio, VS, [minderjarige] geboren.
- Op 25 februari 2024 heeft de draagmoeder een “Affidavit of gestational carrier, [draagmoeder] ” ondertekend, onder meer inhoudende:
- [minderjarige] verblijft sinds haar geboorte bij de wensouders.
- Uit een overgelegd DNA-onderzoek van DNA Diagnostics Center blijkt dat met een waarschijnlijkheid van meer dan 99,9% aangetoond is dat [wensouder 1] de biologische
Verzoek
Beoordeling
Kamerstukken II1995/96, 24649, nr. 3(hierna: MvT), blijkt dat de wetgever destijds, bij het bepalen van de term “moeder” van het kind ook heeft stilgestaan bij de bijzondere wijzen van voortplanting. De MvT zegt daarover op pagina 7:
De moeder van het kind is de vrouw die het kind heeft gebaard, ook als het genetische materiaal waaruit het kind is ontstaan, niet van haar afkomstig is. Het gaat mij te ver om, nu er technische mogelijkheden tot embryodonatie zijn voor alle gevallen het vaste uitgangspunt ten aanzien van het moederschap te vervangen door een vermoeden van moederschap dat zonodig door de vrouw die het kind heeft gebaard of het kind en eventueel door de vader kan worden ontkracht. Het gegeven dat de vrouw op deze wijze een kind wilde krijgen, de zwangerschap en de geboorte vormen voor deze opvatting voldoende grondslag.” Er is destijds, dus al in 1995, door de wetgever nagedacht over een mogelijkheid om het vaste uitgangspunt dat de moeder van het kind altijd de vrouw is uit wie het kind geboren is, te verlaten. Daar is weliswaar vanaf gezien, maar het idee dat de moeder een ander kan zijn, was geaccepteerd.