ECLI:NL:RBDHA:2025:7252
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag na niet-ontvankelijk verklaring door de minister
In deze zaak heeft verzoeker, met V-nummer [nummer], een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 28 februari 2025 niet-ontvankelijk verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 24 april 2025 behandeld, samen met een andere zaak (NL25.11025).
Tijdens de zitting was de gemachtigde van de minister aanwezig. De voorzieningenrechter heeft op 29 april 2025 uitspraak gedaan. Aangezien er op dezelfde dag ook uitspraak is gedaan in de andere zaak, is een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen.
Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A. Sibma, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.