ECLI:NL:RBDHA:2025:7290

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 april 2025
Publicatiedatum
30 april 2025
Zaaknummer
NL25.1455
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • A.S. Gaastra
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak

Op 29 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een verzoeker met een v-nummer. Het verzoek was ingediend hangende een beroep tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat op 8 januari 2025 was genomen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 3 maart 2025 behandeld, waarbij zowel de verzoeker als de gemachtigden van de verzoeker en de minister aanwezig waren.

In de uitspraak van vandaag, die ook betrekking heeft op een andere zaak (NL24.1454), heeft de rechtbank het beroep van de verzoeker (gedeeltelijk) gegrond verklaard. Hierdoor was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De rechtbank heeft tevens bepaald dat de minister de proceskosten van de verzoeker moet vergoeden, welke zijn vastgesteld op € 907, omdat de gemachtigde van de verzoeker een verzoekschrift heeft ingediend.

De uitspraak is gedaan door mr. A.S. Gaastra, in aanwezigheid van griffier mr. S. Rashid, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.1455

uitspraak van de voorzieningenrechter van 29 april 2025 in de zaak tussen

[verzoeker], v-nummer: [nummer], verzoeker

(gemachtigde: mr. E. Derksen),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. R.S. Helmus).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de voorzieningenrecht het verzoek om voorlopige voorziening dat verzoeker heeft ingediend hangende zijn beroep tegen het besluit van 8 januari 2025 van de minister op de aanvraag van verzoeker.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de behandeling van zaaknummer NL24.1454, op 3 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verzoeker en de gemachtigde van de minister.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL24.1454, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
3. Omdat de rechtbank het beroep van verzoeker (gedeeltelijk) gegrond heeft verklaard, moet de minister de proceskosten van verzoeker vergoeden. Deze vergoeding bedraagt € 907, omdat de gemachtigde van verzoeker een verzoekschrift heeft ingediend.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
  • wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af;
  • veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 907.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.S. Gaastra, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Rashid, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.