Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
- op het balkon van zijn, verdachtes, woning (in eigendom van Mozaïek Wonen)(een zak) karton en/of ander(e) brandbare materia(a)l(en) in aanraking te brengen met (open) vuur en/of (vervolgens) deodorant in het vuur te spuiten en/of (vervolgens) een bus deodorant in het vuur te gooien (waardoor er een explosie ontstond) en/of
- in de kelderbox behorend bij zijn, verdachtes, woning (in eigendom van Mozaïek Wonen) karton en/of (een) ander(e) brandbare materia(a)l(en) in aanraking te brengen met (open) vuur en/of brandend karton uit te vouwen en (vervolgens) een kussen en een doek en een tapijt op het vuur te gooien, buiten voor de ingang van de kelderboxen karton en/of (een) ander(e) brandbare materia(a)l(en) in aanraking te brengen met (open) vuur en/of brandend karton uit te vouwen en/of (vervolgens) dit (brandende) karton de gang van de kelderboxen en/of zijn, verdachtes, kelderbox in te schuiven/slepen en/of (vervolgens) een kussen en/of een doek en/of een tapijt op het vuur te gooien
terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten goederen op het balkon van verdachte en/of op aangrenzende balkons en/of de vloer en/of omheining van het balkon (eigendom van de Woningbouwvereniging) en/of goederen in de kelderbox van verdachte en/of in aangrenzende kelderboxen en/of goederen in de andere woningen in het gebouw en/of
- levensgevaar en/of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen, te weten de bewoners van de woningen in het gebouw (door de explosie en/of de brand en/of de rookontwikkeling) te duchten was.
3.De bewijsbeslissing
deze brand[cursivering rechtbank] ook levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander zoals genoemd in artikel 157 lid 2 Sr.”
dezebrand, zoals die in dit geval is ontstaan, op enig moment een gevaar voor personen heeft opgeleverd. Deze brand is gesmoord (een gelukkig toeval), maar daar gaat het niet om. Het criterium is of het levensgevaar ten tijde van de brandstichting - naar algemene ervaringsregels -
voorzienbaarwas. Met andere woorden: had het ook slechter kunnen aflopen? Het antwoord op die vraag is: ja.
- op het balkon van zijn, verdachtes, woning (in eigendom van Mozaïek Wonen)(een zak) karton en/
ofander(e) brandbare materia(a)l(en) in aanraking te brengen met (open) vuur en/
of(vervolgens) deodorant in het vuur te spuiten en
/of(vervolgens) een bus deodorant in het vuur te gooien (waardoor er een explosie ontstond) en
/of- in de kelderbox behorend bij zijn, verdachtes, woning (in eigendom van Mozaïek Wonen) karton en
/of(een) ander(e) brandbare materia(a)l(en) in aanraking te brengen met (open) vuur en
/ofbrandend karton uit te vouwen en (vervolgens) een kussen en een doek en een tapijt op het vuur te gooien,
buiten voor de ingang van de kelderboxen karton en/of (een) ander(e) brandbare materia(a)l(en) in aanraking te brengen met (open) vuur en/of brandend karton uit te vouwen en/of (vervolgens) dit (brandende) karton de gang van de kelderboxen en/of zijn, verdachtes, kelderbox in te schuiven/slepen en/of (vervolgens) een kussen en/of een doek en/of een tapijt op het vuur te gooienterwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten goederen op het balkon van verdachte en
/ofop aangrenzende balkons en
/ofde vloer en/of omheining van het balkon (eigendom van de Woningbouwvereniging) en
/ofgoederen in de kelderbox van verdachte en
/ofin aangrenzende kelderboxen en
/ofgoederen in de andere woningen in het gebouw en
/of- levensgevaar en
/ofgevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor
een ander ofanderen, te weten de bewoners van de woningen in het gebouw (door de explosie en
/ofde brand en
/ofde rookontwikkeling) te duchten was.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
problematiek, de gebrekkige impulscontrole, emotieregulatie en copingvaardigheden die voortkomen uit de vermijdende en borderline persoonlijkheidstrekken.
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
611(
ZESHONDERDELF)
DAGEN;
365(
DRIEHONDERDVIJFENZESTIG)
DAGEN, niet zal worden tenuitvoergelegd onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;