Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 april 2025 in de zaak tussen
[eiser], v-nummer: [nummer], eiser
de minister van Asiel en Migratie
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Eiser wijst er terecht op dat deze removal order gericht is op de luchtvaartmaatschappij en niet aan Turkije. Anders dan eiser stelt betekent dit niet dat dit geen verplichtingen voor Turkije in het leven brengt. De minister heeft er op de zitting op gewezen dat uit artikel 5.12 van Annex 9 van het Verdrag van Chicago volgt dat een verdragsstaat, Turkije in dit geval, de persoon die is verwijderd uit een Staat waar hij ontoelaatbaar is bevonden, Nederland, die persoon accepteert voor verder onderzoek, zolang deze persoon zijn reis vanuit die Staat is begonnen. Dit is het geval. Eiser is namelijk via [plaats 2] naar Nederland gereisd. Verder volgt uit artikel 5.12 dat Turkije eiser niet zal terugsturen naar het land waar hij eerder ontoelaatbaar is bevonden. Uit artikel 5.13 volgt dat een removal order en een ‘covering letter’ als bedoeld in Appendix 9 voldoende is om dit onderzoek uit te voeren. Uit paragraaf A1/9 van de Vreemdelingencirculaire 2000 volgt dat de ambtenaar belast met grensbewaking een dergelijke ‘covering letter’ opstelt om het terugvoeren van een vreemdeling naar een plaats buiten Nederland door de vervoerder te faciliteren. Hiermee is de toegang tot Turkije gewaarborgd. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat het Verdrag van Chicago een ‘andere regeling’ is in de zin van artikel 3, derde lid, van de Terugkeerrichtlijn. Dat eiser wellicht geen toegang krijgt tot het grondgebied van Turkije en alleen tot de luchthaven is in dit kader niet van belang, aangezien het niet uit de Terugkeerrichtlijn blijkt dat dit vereist is. Dat eiser geen banden heeft met Turkije maakt dit evenmin anders. Ook dit is geen vereiste. De minister heeft in dit verband terecht gewezen op de uitspraak van de meervoudige kamer van deze rechtbank, zittingsplaats Zwolle van 5 september 2014. [5]
Conclusie en gevolgen
Beslissing
mr. S.M. Hampsink, griffier.