ECLI:NL:RBDHA:2025:7349
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- A.S. Gaastra
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Op 30 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een verzoeker die een aanvraag had ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie had deze aanvraag afgewezen met een besluit van 24 februari 2025, waarbij het verzoek als kennelijk ongegrond werd aangemerkt. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De zitting vond plaats op 31 maart 2025, waarbij de verzoeker, zijn gemachtigde mr. D.H. Yabasun, en de gemachtigde van de minister, mr. A.N. Sap, aanwezig waren. Tijdens de zitting is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld, maar de voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in een andere zaak (NL25.9804) die verband hield met het beroep van de verzoeker.
Aangezien de rechtbank in die andere zaak uitspraak had gedaan, was er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.S. Gaastra, in aanwezigheid van griffier mr. S.M. Hampsink, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.