Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in het incident en de hoofdzaak, tevens eis in reconventie in het incident en de hoofdzaak, met producties 1 tot en met 12;
2.De feiten
De verschenen personen gaven te kennen voornemens te gaan samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding zullen voeren. Zij regelen in deze overeenkomst de vermogensrechtelijke gevolgen van hun samenwoning” Artikel 18 van deze overeenkomst gaat over de ‘
(tijdelijke) voortzetting woongenot eigen woning’, waarvan lid 1 luidt:
Ingeval de overeenkomst eindigt door opzegging of in onderling overleg, kan ieder van partijen de voorzieningenrechter verzoeken om te bepalen dat hij – met uitsluiting van de andere partij – nog zes maanden mag blijven wonen in de laatstelijk door beide partijen bewoonde woning.’
3.Het geschil
4.De beoordeling
5.De beslissing
- de woning wordt toegedeeld aan [de vrouw] uitgaande van een waarde van € 610.000 als zij in staat zal zijn om de aan de woning verbonden hypothecaire geldlening geheel voor haar rekening te nemen, [de man] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid en hem zijn deel van de overwaarde wordt uitbetaald bij de notariële verdeling, voor of uiterlijk op 1 augustus 2025;
- als [de vrouw] op 1 augustus 2025 het aandeel van [de man] niet heeft overgenomen op de hiervoor beschreven wijze en partijen geen andere afspraken maken, wordt de woning op dezelfde wijze toegedeeld aan [de man] , waarbij de verdeling moet zijn uitgevoerd voor of uiterlijk op 1 november 2025;
- als de woning op 1 november 2025 niet op de hiervoor beschreven wijze is verdeeld, wordt de woning verdeeld door verkoop aan een derde, waarbij uit de verkoopopbrengst de hypothecaire geldlening wordt afgelost, de kosten worden voldaan en de rest door partijen bij helfte wordt gedeeld;