ECLI:NL:RBDHA:2025:7363
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van de voortduring van een vrijheidsontnemende maatregel in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag geoordeeld over de voortduring van een vrijheidsontnemende maatregel die aan eiseres was opgelegd. Eiseres, die de Senegalese nationaliteit heeft, was in detentie geplaatst op grond van de Vreemdelingenwet. De rechtbank heeft vastgesteld dat het besluit van 16 januari 2025 niet kan worden gezien als een nieuwe vrijheidsontnemende maatregel, maar als een wijziging van de plaats van tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde maatregel. De rechtbank heeft het beroep van eiseres opvatten als een beroep tegen het voortduren van de maatregel, waarbij zij heeft geoordeeld dat de maatregel zowel feitelijk als juridisch voortduurde. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar eerdere uitspraken en de noodzaak van een periodieke toetsing van de voortduring van de vrijheidsontneming. Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de maatregel onrechtmatig was vanaf 15 februari 2025, omdat deze een dag te laat was opgeheven. Eiseres heeft recht op schadevergoeding voor deze onrechtmatige vrijheidsontneming, en de rechtbank heeft de Staat der Nederlanden veroordeeld tot betaling van € 100,- aan eiseres, evenals de proceskosten van € 1.814,-.