ECLI:NL:RBDHA:2025:7400
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Somalische minderjarige met vrees voor rekrutering door Al-Shabaab
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser, een Somalische minderjarige, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 19 december 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die door de minister van Asiel en Migratie op 14 januari 2025 als ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 3 april 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder.
Eiser stelt dat hij vreest voor rekrutering door Al-Shabaab, en legt uit dat hij twee keer door hen is benaderd en zelfs twee dagen is vastgehouden. De verweerder heeft echter de problemen van eiser met Al-Shabaab als ongeloofwaardig beoordeeld, omdat hij geen objectieve documenten heeft overgelegd ter ondersteuning van zijn asielrelaas. De rechtbank oordeelt dat de verweerder voldoende rekening heeft gehouden met het referentiekader van eiser, maar dat zijn verklaringen inconsistent zijn en niet samenhangend genoeg om als geloofwaardig te worden beschouwd.
De rechtbank concludeert dat de aanvraag van eiser terecht is afgewezen. Het beroep wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. de Danschutter en openbaar gemaakt op 29 april 2025.