ECLI:NL:RBDHA:2025:7412

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 april 2025
Publicatiedatum
1 mei 2025
Zaaknummer
NL25.6639
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van een Braziliaanse vrouw op grond van veilig land van herkomst

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, op 30 april 2025 uitspraak gedaan in een asielzaak. Eiseres, een Braziliaanse vrouw, had beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 10 april 2025, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. W.P.R. Peeters, en de minister werd vertegenwoordigd door mr. J.R. Vreijsen. Eiseres heeft verklaard te zijn gevlucht voor haar ex-man, een voormalig politieofficier, die haar heeft mishandeld en verkracht. De rechtbank moest beoordelen of de afwijzing van de asielaanvraag terecht was, waarbij verweerder Brazilië als een veilig land van herkomst had aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat eiseres niet aannemelijk had gemaakt dat het voor haar persoonlijk niet veilig was in Brazilië. De rechtbank oordeelde dat de minister terecht had overwogen dat eiseres bescherming kon krijgen van de Braziliaanse autoriteiten, gezien de juridische procedures die tegen haar ex-man waren gestart. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag in stand blijft. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.6639

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. W.P.R. Peeters),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: mr. J.R. Vreijsen).

Inleiding

In het besluit van 4 februari 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
De rechtbank heeft het beroep op 10 april 2025 op een zitting behandeld in Breda. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen [tolk] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Beoordeling door de rechtbank

1. Eiseres is geboren op [datum] 1993 en heeft de Braziliaanse nationaliteit.
2. Op 10 februari 2020 is aan de grens de toegang tot Nederland aan eiseres geweigerd. Op 11 december 2023 is aan eiseres een terugkeerbesluit uitgevaardigd. Op 30 april 2024 heeft eiseres een aanvraag ingediend voor het verblijfsdoel familie en gezin. Deze aanvraag is afgewezen. Daarbij is tevens een inreisverbod van twee jaar uitgevaardigd. Op 3 september 2024 heeft eiseres een asielaanvraag ingediend. Deze is buiten behandeling gesteld omdat eiseres met onbekende bestemming was vertrokken.
3. Deze zaak gaat over de tweede asielaanvraag van eiseres van 22 oktober 2024. Daarbij heeft zij verklaard dat zij is gevlucht voor haar ex-man, een voormalig politieofficier, die haar heeft mishandeld, verkracht en laten verkrachten, waardoor zij HIV heeft opgelopen. Ook heeft eiseres verklaard dat zij meermaals aangiften heeft gedaan tegen haar ex-man en dat er beschermingsmaatregelen tegen hem zijn genomen, maar niet voldoende om haar te beschermen.
4. In het bestreden besluit heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen als kennelijk ongegrond op grond van artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder b, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw). Verweerder heeft Brazilië namelijk aangewezen als een veilig land van herkomst, en volgens verweerder is Brazilië ook voor eiseres persoonlijk veilig. Verweerder acht het aannemelijk dat de ex-man van eiseres haar opnieuw zal willen mishandelen. Volgens verweerder blijkt echter uit de verklaringen en de overgelegde documenten van eiseres dat zij daartegen bescherming kan krijgen van de Braziliaanse autoriteiten. Er zijn namelijk meermaals juridische procedures tegen de ex-man gestart. Uit meerdere bronnen blijkt dat huiselijk geweld vervolgd wordt in Brazilië, ook als dit gepleegd wordt door hoogwaardigheidsbekleders. Van eiseres mag dan ook worden verwacht dat zij opnieuw in Brazilië om bescherming vraagt, aldus verweerder. Verder heeft verweerder aan eiseres voorlopig uitstel van vertrek om medische redenen verleend op grond van artikel 64 van de Vw tot 3 augustus 2025, in afwachting van de uitkomst van de verdere ambtshalve beoordeling hiervan.
5. Eiseres is het niet eens met het bestreden besluit. Zij voert aan dat het in Brazilië voor haar persoonlijk niet veilig is. Hoewel haar ex-man na haar aangiften een tijdje gedegradeerd is geweest, was dit van korte duur en heeft hij al snel zijn functie weer teruggekregen. Hierbij verwijst eiseres naar een nieuwsbericht van 14 januari 2018 van de Braziliaanse krant ‘Folha de Pernambuco’. Daarnaast heeft haar ex-man volgens eiseres tot op heden nog steeds een blanco strafblad. Hierbij verwijst eiseres naar een schermafbeelding waarop het resultaat van een zoekopdracht op de [website] zichtbaar is. Daaruit blijkt volgens eiseres dat hij niet adequaat gestraft wordt. Verder heeft verweerder volgens eiseres andere veroordelingen voor huiselijk geweld in Brazilië ten onrechte op één lijn gesteld met haar situatie. Ook voert eiseres aan dat zij zodra zij ergens gaat werken traceerbaar is voor haar ex-man aan de hand van haar persoonlijke CPF-nummer. Volgens eiseres verwacht verweerder dan ook ten onrechte van haar dat zij opnieuw bescherming vraagt aan de Braziliaanse autoriteiten, aangezien dit zinloos is.
6. Tijdens de zitting van 10 april 2025 heeft verweerder op de beroepsgronden van eiseres gereageerd, en vastgehouden aan zijn standpunt dat niet is gebleken dat de Braziliaanse autoriteiten eiseres niet meer zouden kunnen of willen helpen.
De rechtbank oordeelt als volgt.
7. Niet in geschil is dat Brazilië in algemene zin kan worden aangemerkt als een veilig land van herkomst. De vraag in deze zaak is of ten aanzien van eiseres persoonlijk van dit uitgangspunt had moeten worden afgeweken. Het ligt in de eerste plaats op de weg van eiseres om haar stelling dat het in Brazilië voor haar persoonlijk niet veilig is aannemelijk te maken.
8. Anders dan eiseres ter zitting heeft aangevoerd, is het bestreden besluit niet gebrekkig vanwege onduidelijkheid over de vraag of verweerder haar asielmotieven al dan niet geloofwaardig heeft geacht. Uit het bestreden besluit blijkt namelijk voldoende duidelijk dat verweerder dit in het midden heeft gelaten teneinde meteen te kunnen toetsen op zwaarwegendheid. Dit is in overeenstemming met de beleidsregels van verweerder in onderdeel C1/4.4 van de Vreemdelingencirculaire 2000. De rechtbank acht deze beleidsregels ook redelijk. Hierbij wordt verwezen naar de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 17 augustus 2022, ECLI:NL:RVS:2022:2332 en ECLI:NL:RVS:2022:2333.
9. Verweerder heeft terecht overwogen dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat het in Brazilië voor haar persoonlijk niet veilig is. Verweerder heeft daarbij het volgende mogen betrekken. Uit de verklaringen van eiseres volgt dat zij meermaals aangifte heeft kunnen doen tegen het gedrag van haar ex-man, en dat hier vervolgens actie tegen is ondernomen. Met het door eiseres overgelegde nieuwsbericht en de door eiseres overgelegde schermafbeelding is onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de ex-man straffeloos is gebleven. Eiseres heeft namelijk haar stelling dat de [website] altijd een uitputtend overzicht geeft van zowel huidige als eerdere strafzaken niet aannemelijk gemaakt. Ook de stelling van eiseres dat iedereen in Brazilië die werkt traceerbaar is aan de hand van een persoonlijk CPF-nummer is niet aannemelijk gemaakt. Dat huiselijk geweld in Brazilië doorgaans vervolgd wordt, ook wanneer dit wordt gepleegd door hoogwaardigheidsbekleders, zoals blijkt uit meerdere bronnen, ondersteunt het standpunt van verweerder. Eiseres heeft niet inzichtelijk gemaakt waarom zij in 2019 gestopt is met het doen van aangifte, temeer aangezien zij dit voorheen wel meermaals heeft gedaan. Ten slotte draagt de omstandigheid dat eiseres eerder vanuit Nederland terug is gegaan naar Brazilië niet bij aan haar stelling dat zij in Nederland bescherming nodig heeft.
10. De conclusie is dat het beroep ongegrond moet worden verklaard. Dit betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Het bestreden besluit blijft in stand.
11. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 30 april 2025 door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.