ECLI:NL:RBDHA:2025:7558
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van bezwaar inzake bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Katwijk. Eiser had op 21 november 2023 een aanvraag voor een bijstandsuitkering ingediend, welke op 15 januari 2024 buiten behandeling werd gesteld. Eiser heeft vervolgens bezwaar aangetekend, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat hij geen bezwaargronden had aangevoerd. De rechtbank heeft op 19 februari 2025 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 30 november 2023 wel degelijk bezwaargronden heeft aangevoerd in e-mailberichten, waarin hij aangaf het niet eens te zijn met de buitenbehandelingstelling van zijn aanvraag. De rechtbank oordeelt dat het college ten onrechte het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat eiser voldoende concreet heeft aangegeven waarom hij het niet eens was met de beslissing van het college. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt het college op om een nieuw besluit te nemen, waarbij het college ook het griffierecht en de proceskosten aan eiser moet vergoeden.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige behandeling van bezwaarschriften en de eisen die aan de motivering daarvan worden gesteld. De rechtbank concludeert dat het college niet aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht heeft voldaan, waardoor het beroep gegrond wordt verklaard.