Uitspraak
- het verzoekschrift, met bijlagen;
- het bericht van 5 september 2024 van de moeder, met bijlagen;
- het verweerschrift met zelfstandige verzoeken, met bijlagen, ingekomen op 24 september 2024;
- het bericht van 3 december 2024 van de moeder;
- het bericht van 12 maart 2025 van de vader;
- het bericht van 24 maart 2025 van de moeder, met bijlagen;
- het bericht van 24 maart 2025 van de vader, met bijlagen.
- het verzoekschrift, met bijlagen;
- het verweerschrift, met bijlagen, ingekomen op 13 maart 2025;
- het bericht van 24 maart 2025 van de moeder, met bijlagen;
- het bericht van 24 maart 2025 van de vader, met bijlagen.
- de moeder bijgestaan door haar advocaat en een tolk;
- de vader bijgestaan door zijn advocaat;
- [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad).
- het bericht van 2 april 2025 van de vader, met bijlagen;
- het bericht van 9 april 2025 van de moeder, met bijlagen.
- De moeder en de vader hebben een affectieve relatie met elkaar gehad.
- Zij zijn de ouders van de minderjarige [minderjarige] (hierna: [minderjarige] ), geboren op [geboortedag] 2019 in [geboorteplaats] .
- De vader heeft [minderjarige] erkend.
- De ouders oefenen sinds 8 april 2019 gezamenlijk het gezag uit over [minderjarige] .
- [minderjarige] woont bij de moeder.
- De moeder heeft de Poolse nationaliteit, de vader en [minderjarige] hebben de Nederlandse nationaliteit.
- Bij beschikking van 4 juni 2024 van deze rechtbank – voor zover hier relevant – is het verzoek van de Raad om [minderjarige] onder toezicht te stellen afgewezen.
- [minderjarige] bij de vader verblijft elke week van vrijdag uit school tot zondag 18.00 uur;
- een vakantieregeling wordt vastgesteld, waarbij [minderjarige] :
- in de kerstvakantie: in de even jaren de eerste helft bij de moeder verblijft en in de oneven jaren de tweede helft bij de moeder;
- in de voorjaarsvakantie: altijd bij de moeder verblijft;
- in de meivakantie: één week bij de moeder verblijft en één week bij de vader, waarbij de vader eerste keuze heeft in verband met de planning van zijn werk;
- in de zomervakantie: drie weken gedurende de bouwvakantie bij de vader verblijft;
- in de herfstvakantie: altijd bij de vader verblijft;
- de vader het paspoort van [minderjarige] afgeeft aan de moeder;
- de vader aan de moeder, met ingang van 24 juli 2024, een kinderalimentatie voor [minderjarige] moet betalen van € 400,- per maand bij co-ouderschap en € 446,- per maand bij een weekendregeling, telkens bij vooruitbetaling te voldoen.
- [minderjarige] bij de vader verblijft een weekend in de veertien dagen van vrijdag tot zondag 18.00 uur;
- een vakantieregeling wordt vastgesteld, waarbij [minderjarige] :
- in de kerstvakantie: in de even jaren de eerste helft bij de moeder verblijft en de tweede helft bij de vader en in de oneven jaren de eerste helft bij de vader verblijft en de tweede helft bij de moeder;
- in de voorjaarsvakantie: altijd bij de moeder verblijft;
- in de meivakantie: één week bij de moeder verblijft en één week bij de vader, waarbij de vader eerste keuze heeft in verband met de planning van zijn werk;
- in de zomervakantie: drie weken gedurende de bouwvakantie bij de vader verblijft en de overige weken bij de moeder;
- in de herfstvakantie: altijd bij de vader verblijft;
- op Vaderdag bij de vader verblijft en op Moederdag bij de moeder;
- op de verjaardag van [minderjarige] : even jaren bij de moeder verblijft, oneven jaren bij de vader;
- op de verjaardagen van de ouders: bij de ouder die jarig is verblijft.
Voorlopige voorzieningenprocedure
Bodemprocedure
- de datum waarop de omstandigheden intreden die voor de onderhoudsverplichting bepalend zijn;
- de datum van indiening van het verzoekschrift;
- de datum van de beschikking.
- salaris: € 2.299,04 bruto per maand;
- vakantiegeld 8%;
- premie Sociaal Fonds WN: € 6,43 per maand;
- premie pensioen: € 148,98 per maand.
- de algemene heffingskorting;
- de arbeidskorting;
- de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
- de algemene heffingskorting;
- de arbeidskorting.
- IB 2021 € 5.000,-;
- IB 2022: € 15.007,-;
- IB 2023: € 18.458,-;
- hypotheekachterstand: € 766,49;
- Menzis: € 4.000,-;
- spaargeld [minderjarige] : € 7.000,-;
- lening zus: € 1.200,-;
- lening diverse vrienden: € 2.500,-;
- advocaatkosten: € 2.600,-.
te weinigheeft ontvangen. De vader heeft op 19 juli 2024 zijn definitieve berekening toeslagen over 2022 ontvangen, waaruit blijkt dat de vader € 14.959,- kinderopvangtoeslag
te weinigheeft ontvangen. Hieruit volgt dus niet, zoals de vader heeft aangegeven, dat de vader te veel kinderopvangtoeslag heeft ontvangen en dat hij dit heeft moeten terugbetalen, waardoor de vader geen reservering heeft getroffen voor de Inkomstenbelasting. De rechtbank gaat daarom voorbij aan de stelling van de vader. Daar komt nog bij dat INA – het rekenprogramma van de rechtbank voor alimentatie – bij de berekening van de draagkracht reeds rekening houdt met een belastingafdracht. Uit de stellingen van de vader blijkt namelijk dat hij al langere tijd uitgesteld belasting betaalt. Dat betekent dat de vader de belasting over het jaar 2024 pas op zijn vroegst betaalt in 2025. Nu de vader dan ook geen dubbele belasting in een jaar betaalt, zal de rechtbank hier geen rekening mee houden. De rechtbank verwacht namelijk dat de vader deze achterstand pas in zal halen als hij stopt met werken en dan is [minderjarige] al lang volwassen, zodat de vader dan nog genoeg tijd heeft om een reserve op te bouwen om de uitgestelde belasting te betalen. Ook de overige schulden heeft de vader, mede gelet op de gemotiveerde betwisting van de moeder, onvoldoende onderbouwd. De rechtbank zal dus geen rekening houden met een aflossing op de schulden.
- drie weekenden in de maand van vrijdagmiddag uit de BSO tot zondagavond 18.00 uur;
- waarbij de vader [minderjarige] op vrijdagmiddag uit de BSO ophaalt en [minderjarige] op zondagavond naar de moeder terugbrengt;
- kerstvakantie: in de even jaren de eerste helft bij de moeder en de tweede helft bij de vader en in de oneven jaren de eerste helft bij de vader en de tweede helft bij de moeder;
- voorjaarsvakantie: altijd bij de moeder;
- meivakantie: één week bij de moeder en één week bij de vader, waarbij de vader eerste keuze heeft in verband met de planning van zijn werk;
- zomervakantie: drie weken gedurende de bouwvakantie bij de vader en de overige weken bij de moeder;
- herfstvakantie: altijd bij de vader;
- Moederdag: altijd bij de moeder;
- Vaderdag: altijd bij de vader;
- verjaardag [minderjarige] : even jaren bij de moeder en oneven jaren bij de vader;
- verjaardagen ouders: bij de ouder die jarig is;