ECLI:NL:RBDHA:2025:7694
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op mvv aanvraag voor nareis en verblijf als familie- of gezinslid
Op 8 april 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin de eiser, vertegenwoordigd door mr. M. Grigorjan, beroep heeft ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie. De eiser had een aanvraag ingediend voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) met als doel verblijf als familie- of gezinslid in het kader van nareis, onder verwijzing naar artikel 8 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat de eiser het verschuldigde griffierecht van € 194,- niet heeft betaald. De rechtbank heeft geen zitting gehouden, omdat dit in deze zaak niet nodig was. De eiser had op 8 februari 2025 een aangetekende brief ontvangen waarin hem werd verzocht het griffierecht binnen twee weken te betalen. Aangezien de rechtbank het griffierecht niet heeft ontvangen en de eiser geen geldige reden heeft gegeven voor deze omstandigheid, kon de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelen. De rechtbank heeft daarom besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren en heeft geen uitspraak gedaan over de inhoud van het beroep. De eiser krijgt geen proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar gemaakt op 8 april 2025.