AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Asielaanvraag van een Iraakse vrouw met gedwongen uithuwelijking en problemen met familie
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Eiseres, een Iraakse vrouw, heeft op 28 januari 2025 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, die op 11 februari 2025 door de minister als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 18 maart 2025 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, maar de minister niet. Eiseres heeft aangevoerd dat zij gedwongen is uitgehuwelijkt en dat haar familie haar bedreigt en mishandelt. De rechtbank oordeelt dat de identiteit en nationaliteit van eiseres geloofwaardig zijn, maar dat de problemen met haar familie niet voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank vernietigt het besluit van de minister en draagt deze op om een nieuw besluit te nemen, waarbij ook nieuwe informatie van eiseres in overweging moet worden genomen. De rechtbank wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af en veroordeelt de minister in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.721,-.
Voetnoten
1.Zie artikel 30b, eerste lid, onder c van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
2.Zie artikel 31, zesde lid, onder b van de Vw 2000.
3.Zie artikel 31, zesde lid, onder c van de Vw 2000.
4.Zie artikel 31, zesde lid, onder e van de Vw 2000.
5.Verdrag betreffende de status van vluchtelingen.
6.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
7.Zie artikel 30b, eerste lid, onder c van de Vw 2000.
8.Op grond van artikel 64 van de Vw 2000.
9.Zie paragraaf C2/2.4 en C7/16.3.2.1 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000).
10.Ook merkt de rechtbank op dat eiseres kort na het sluiten van het onderzoek een vertaling van een echtscheidingsvonnis heeft overgelegd.
11.Zie paragraaf A3/7 van de Vc 2000.