2.1.Omdat eiser in het buitenland is geplaatst, ontvangt hij maandelijks bij zijn salaris een Toelage Buitenland (TB).Eiser is het niet eens met de wijze waarop de TB is berekend en heeft daarom bezwaar aangetekend tegen de vaststelling van de onder 1.1. genoemde loonstroken.
3. De relevante wet- en regelgeving is opgenomen in de bijlage die onderdeel uitmaakt van deze uitspraak.
Wat heeft verweerder besloten?
4. Verweerder heeft het bezwaar van eiser tegen de vaststelling van de loonstroken van juni 2021 tot en met juli 2023 niet-ontvankelijk verklaard omdat deze te laat is ingediend en niet is gebleken dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
Verweerder heeft het bezwaar van eiser tegen de vaststelling van de overige loonstroken ongegrond verklaard omdat niet is gebleken dat de aan hem voor die maanden toegekende TB onjuist is berekend.
Wat vindt eiser in beroep?
5. Eiser blijft bij het standpunt dat verweerder de TB ten aanzien van de nog in geschil zijnde loonspecificaties verkeerd heeft berekend. De hoogte hiervan is niet vastgesteld conform de vermelde percentages en bedragen die door de Hoofddirectie Personeel (HDP) zijn neergelegd in het VBD. Hierdoor ontvangt eiser elke maand een paar honderd euro te weinig. Eiser illustreert dit aan de hand van de berekening van de TB over de maand juni 2024. Verweerder heeft de TB voor die maand vastgesteld op € 1.074,38, terwijl hijzelf volgens een eigen berekening uitkomt op een bedrag van € 1.191,36. De reden dat verweerder uitgaat van een verkeerde berekening is volgens eiser dat er iedere maand een andere waarde voor de koopkrachtcomponent wordt gehanteerd. Dit is in strijd met de Brochure Toelage Buitenland, waarin is opgenomen dat de koopkrachtcomponent slechts twee keer per jaar wordt geactualiseerd. Inmiddels heeft eiser een Woo-verzoek ingediend waarin hij heeft verzocht om openbaarmaking van de achterliggende rapporten die duidelijk maken op welke wijze de koopkrachtcomponent wordt berekend. Dat in het verleden op sommige loonstroken bedragen van andere posten, zoals de post ‘lening aanloopkosten’, aantoonbaar onjuist waren, versterkt het vermoeden van eiser dat verweerder ook het bedrag van de TB verkeerd heeft berekend. Verder betoogt eiser dat verweerder ten onrechte heeft geweigerd om hem maandelijks loonspecificaties te sturen waaruit duidelijk wordt op welke wijze de TB voor die betreffende maand is berekend.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
6. Tussen partijen is niet in geschil dat eiser zijn bezwaarschrift tegen de loonstroken van juni 2021 tot en met juli 2023 te laat heeft ingediend en dat deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Dit betekent dat verweerder het bezwaarschrift van eiser in zoverre terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De vraag die partijen in beroep verdeeld houdt, is of verweerder de TB voor wat betreft de overige maanden die in geschil zijn op correcte wijze heeft berekend.