ECLI:NL:RBDHA:2025:7806
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van eiser met betrokkenheid bij de Gülenbeweging
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Rotterdam, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, die stelt Turkse nationaliteit te hebben en geboren te zijn in 1995, heeft een asielaanvraag ingediend op basis van zijn vermeende betrokkenheid bij de Gülenbeweging. De rechtbank heeft het beroep op 21 november 2024 en opnieuw op 13 maart 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister van Asiel en Migratie. De rechtbank heeft de onderliggende stukken van Bureau Documenten ingezien, die concludeerden dat een door eiser overgelegd proces-verbaal van huiszoeking waarschijnlijk niet authentiek is. De rechtbank oordeelt dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een gegronde vrees heeft voor vervolging of een reëel risico loopt op ernstige schade bij terugkeer naar Turkije. De rechtbank wijst erop dat de betrokkenheid bij de Gülenbeweging niet voldoende is om te concluderen dat eiser persoonlijk risico loopt op vervolging. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvraag van eiser terecht is en verklaart het beroep ongegrond.