Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , V-nummer: [nummer] , verzoeker
de Minister van Asiel en Migratie, de minister.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
€ 453,50 te willen vergoeden.
Rechtbank Den Haag
Op 7 mei 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een verzoek om vergoeding van proceskosten door een asielzoeker. De verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. R. Roelofsen, had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Na het indienen van het beroep heeft de Minister van Asiel en Migratie alsnog een besluit genomen, waarna de verzoeker zijn beroep heeft ingetrokken. In zijn verzoek vroeg de verzoeker de minister om de proceskosten te vergoeden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister, door na het indienen van het beroep alsnog een besluit te nemen, tegemoet is gekomen aan de verzoeker. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat de minister de proceskosten van de verzoeker moet vergoeden. De rechtbank heeft de proceskosten vastgesteld op een bedrag van € 453,50, dat de minister aan de verzoeker dient te betalen.
De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en is openbaar gemaakt. De partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending. De relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit proceskosten bestuursrecht zijn genoemd ter ondersteuning van de beslissing.