Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], V-nummer: [V-nummer],
de Minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr.M.B.J. Schreijen, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 mei 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Tunesische eiser. De eiser is sinds 6 november 2024 ononderbroken in bewaring gehouden op basis van opvolgende bewaringsmaatregelen. De rechtbank heeft de beroepsgrond van de eiser, dat de schotten doorbroken moeten worden omdat de grondslag van de voorgaande maatregel op 17 april 2025 is komen te ontvallen, niet gehonoreerd. De rechtbank oordeelt dat de rechtmatigheidsbeoordeling van de thans geldende maatregel niet kan worden beïnvloed door het tijdsverloop na de opheffing van de voorgaande maatregel. De rechtbank, zittingsplaats Rotterdam, is belast met het volgberoep tegen de eerdere maatregel en heeft het onderzoek gesloten na de opheffing van die maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat aan alle rechtmatigheidsvereisten van de huidige maatregel is voldaan en heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard. De eiser heeft geen recht op schadevergoeding en de rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken.