ECLI:NL:RBDHA:2025:7956
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen een locatieverbod en verzoek om voorlopige voorziening in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 15 april 2025, beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen een locatieverbod en het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser, die niet aanwezig was op de zitting, had een locatieverbod ontvangen van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) per brief van 27 oktober 2024, waarin hem werd medegedeeld dat hij het terrein van de COA-locatie Luttelgeest niet meer mocht betreden. De rechtbank heeft het beroep op 24 maart 2025 behandeld, maar zowel eiser als verweerder waren niet aanwezig.
De rechtbank oordeelt dat de brief van 27 oktober 2024 geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat het locatieverbod niet op enig rechtsgevolg gericht is. De opvang en verstrekking zijn niet beëindigd, maar zijn voortgezet in Dronten. Het locatieverbod is slechts een feitelijke mededeling en geen publiekrechtelijke rechtshandeling. Hierdoor staat er geen rechtsmiddel open tegen deze maatregel.
De rechtbank verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.