Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[verzoekster], verzoekster,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 19 april 2022 heeft verzoekster een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd met het verblijfsdoel ‘familie of gezin’. Deze aanvraag is op 31 augustus 2022 door de minister van Asiel en Migratie afgewezen. Verzoekster heeft hierop op 1 september 2022 bezwaar gemaakt en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. Op 29 mei 2024 heeft de minister op het bezwaar beslist, waarna verzoekster op 3 juni 2024 beroep heeft ingesteld. Dit beroep is gelijkgesteld met het verzoek om voorlopige voorziening. Echter, op 25 juni 2024 heeft verzoekster haar beroep ingetrokken. De voorzieningenrechter heeft vervolgens uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).