ECLI:NL:RBDHA:2025:8041
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwen in Dublin-verordening met betrekking tot Spanje
In deze zaak heeft eiser, een Nigeriaanse asielzoeker, op 21 januari 2025 in Nederland een asielaanvraag ingediend. Eiser is op 15 november 2024 illegaal Spanje binnengekomen. Nederland heeft op 3 februari 2025 een verzoek tot overname van de asielaanvraag ingediend bij Spanje, dat op 20 maart 2025 akkoord ging. Eiser betoogt dat asielzoekers die aan Spanje worden overgedragen, problemen ondervinden bij de toegang tot de asielprocedure en opvang, en dat Nederland niet kan garanderen dat hij een eerlijke procedure zal krijgen. Hij stelt dat de asielprocedure in Spanje gebrekkig is en dat Nederland de aanvraag op grond van artikel 17 van de Dublinverordening had moeten behandelen.
De rechtbank heeft op 25 april 2025 uitspraak gedaan. Eiser en zijn gemachtigde hebben zich afgemeld voor de zitting, terwijl de verweerder vertegenwoordigd was. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, met de overweging dat verweerder mag vertrouwen op het interstatelijk vertrouwensbeginsel. De rechtbank oordeelt dat eiser niet heeft aangetoond dat er sprake is van een fundamentele systeemfout in de asielprocedure in Spanje. De rechtbank wijst erop dat Spanje het overnameverzoek heeft geaccepteerd en dat eiser bij de Spaanse autoriteiten kan klagen over eventuele tekortkomingen. De rechtbank concludeert dat er geen reden is om af te wijken van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en dat eiser geen persoonlijke omstandigheden heeft aangevoerd die een andere behandeling rechtvaardigen.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 25 april 2025, en er is melding gemaakt van de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Raad van State binnen een week na bekendmaking.