ECLI:NL:RBDHA:2025:8045
Rechtbank Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Erkenning van Bulgaarse beschikking inzake gezag en omgangsregeling tussen ouders van minderjarige kinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 mei 2025 een beschikking gegeven inzake het gezag en de omgangsregeling van de minderjarige kinderen van partijen, die van 8 november 2009 tot 4 april 2023 gehuwd zijn geweest. De vader verzocht om gezamenlijk gezag en een wijziging van de hoofdverblijfplaats van de kinderen, die bij de moeder verblijven. De rechtbank heeft kennisgenomen van de beschikking van de Bulgaarse rechtbank, die op 2 maart 2023 de echtscheiding heeft uitgesproken en het gezag over de kinderen aan de moeder heeft toegewezen. De vader betwistte de erkenning van deze beschikking in Nederland, maar de rechtbank oordeelde dat de Bulgaarse beschikking van rechtswege erkend wordt op basis van de Brussel II-bis verordening. De rechtbank wees het primaire verzoek van de vader af, omdat er geen wijziging van omstandigheden was die een wijziging van het gezag rechtvaardigde. De rechtbank heeft vervolgens de omgangsregeling vastgesteld, waarbij de kinderen op dinsdagavond bij de vader verblijven en in de weekenden om de beurt bij beide ouders. De rechtbank heeft ook bepaald dat de kinderen de helft van de vakanties bij de vader zullen doorbrengen, waarbij de ouders in onderling overleg de vakanties verdelen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.