ECLI:NL:RBDHA:2025:8100
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag na inwilligend besluit
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. F. Jansen, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De rechtbank had eerder, op 7 oktober 2024, bepaald dat de minister binnen acht weken na die uitspraak moest beslissen op de aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Op 19 maart 2025 heeft de minister de asielaanvraag van eiser ingewilligd. Eiser heeft op 21 maart 2025 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen, maar de rechtbank oordeelt dat er op dat moment geen procesbelang meer was, aangezien de minister inmiddels had beslist. De rechtbank heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van M.M. Mulder, griffier, en is openbaar gemaakt op 30 april 2025.