ECLI:NL:RBDHA:2025:8176
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op mvv aanvraag nareis
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over een beroep van eiser tegen het niet tijdig beslissen door de Minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag voor een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) in het kader van nareis. Eiser had verzocht om vrijstelling van griffierecht, wat door de rechtbank werd verleend, omdat hij aan de voorwaarden voldeed. De rechtbank constateerde dat de minister de beslistermijn had overschreden en dat eiser rechtsgeldig in gebreke was gesteld. Echter, eiser had inmiddels al eerder beroep ingesteld, waardoor hij geen procesbelang meer had bij de beoordeling van zijn tweede beroep. De rechtbank oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat er al een uitspraak was gedaan op het eerder ingestelde beroep. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd, aangezien er geen aanleiding voor was. De uitspraak werd gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier L.M. Kalkman, en werd op 28 april 2025 openbaar gemaakt.