In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 23 april 2025, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. De maatregel is opgelegd op 30 januari 2025 en is eerder door de rechtbank getoetst. Eiser heeft geen medewerking verleend aan de vaststelling van zijn identiteit en nationaliteit, en weigert een identiteitsbewijs van de Marokkaanse autoriteiten te aanvaarden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring rechtmatig is, omdat eiser nog steeds niet meewerkt aan het onderzoek naar zijn identiteit. De rechtbank heeft eerder in uitspraken van 5 en 25 maart 2025 geoordeeld dat de bewaring rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek. Eiser heeft aangevoerd dat er inmiddels vijf weken zijn verstreken sinds de afwijzing van zijn asielaanvraag, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd dat nader onderzoek naar de identiteit en nationaliteit van eiser noodzakelijk is. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. E.C. Harting, rechter, en is openbaar gemaakt zonder mogelijkheid tot rechtsmiddel.