Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiserV-nummer: [V-nummer],
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 mei 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring die aan eiser was opgelegd door de minister van Asiel en Migratie. De maatregel was gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser had beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank ontving op 6 mei 2025 een kennisgeving van de verweerder over het voortduren van de maatregel, waardoor eiser geacht werd beroep te hebben ingesteld.
De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was en heeft het onderzoek op 8 mei 2025 gesloten. In de overwegingen van de rechtbank werd vastgesteld dat de maatregel van bewaring eerder was getoetst en rechtmatig was bevonden tot het sluiten van het onderzoek op 26 februari 2025. Eiser voerde aan dat de voortduring van de maatregel onrechtmatig was, omdat hij niet met de vereiste zorgvuldigheid was gehoord. De rechtbank oordeelde echter dat de verantwoordelijkheid voor het niet plaatsvinden van het gesprek op 20 maart 2025 bij eiser zelf lag, en dat verweerder voldoende voortvarend handelde in de uitzettingsprocedure.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.