ECLI:NL:RBDHA:2025:8271

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
7 april 2025
Publicatiedatum
13 mei 2025
Zaaknummer
NL24.28061 en NL24.36961
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag Somalië - beoordeling van risico op ernstige schade bij terugkeer

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag wordt de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres, een Somalische vrouw, behandeld. Eiseres heeft op 6 december 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag werd op 27 augustus 2024 afgewezen door de minister van Asiel en Migratie, wat leidde tot beroep door eiseres. De rechtbank heeft op 26 maart 2025 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder. Eiseres heeft verklaard dat zij gedwongen werkzaamheden voor Al Shabaab heeft verricht en dat zij is gevlucht naar [plaats 1] na bedreigingen. De rechtbank oordeelt dat verweerder onvoldoende heeft gemotiveerd dat eiseres bij terugkeer naar haar woonplaats geen reëel risico op ernstige schade loopt. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, omdat er een binnenlands beschermingsalternatief is. De rechtbank verklaart het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit niet-ontvankelijk, maar veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.28061 en NL24.36961

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[eiseres] , V-nummer: [v-nummer] , eiseres

(gemachtigde: mr. M.S. Nizamoeddin),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,verweerder
(gemachtigde: mr. T. Stelpstra).

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de asielaanvraag van eiseres. Eiseres heeft op 6 december 2022 een aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Op 12 juli 2024 heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder (NL24.28061). Verweerder heeft met het bestreden besluit van 27 augustus 2024 de asielaanvraag afgewezen als ongegrond. Op 23 september 2024 heeft eiseres apart beroep ingesteld tegen het bestreden besluit (NL24.36961).
1.1.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 26 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, M.M. Ibrahim als tolk, en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiseres is geboren op [geboortedatum] 1988 en heeft de Somalische nationaliteit. Zij heeft aan haar asielaanvraag ten grondslag gelegd dat zij gedwongen werkzaamheden heeft moeten verrichten voor Al Shabaab. Zij heeft kunnen ontsnappen en is gevlucht naar [plaats 1] . Daar is zij telefonisch bedreigd door Al Shabaab, waarna zij uit Somalië is gevlucht.
3. Het asielrelaas van eiseres bestaat volgens verweerder uit de volgende relevante elementen:
  • identiteit, nationaliteit en herkomst;
  • problemen met Al Shabaab.
Verweerder vindt de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres geloofwaardig. De problemen met Al Shabaab vindt verweerder deels geloofwaardig. De gedwongen werkzaamheden vindt verweerder geloofwaardig, maar over de gevangenschap en zweepslagen die zij zou hebben gehad heeft eiseres summier verklaard. Ook heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat zij dermate belangrijk was voor Al Shabaab dat zij haar tot in [plaats 1] zouden volgen. Eiseres heeft niet duidelijk gemaakt hoe Al Shabaab wist hoe zij haar konden bereiken en hoe Al Shabaab wist dat zij in [plaats 1] was. Daarnaast heeft eiseres verklaard dat haar familie na haar vlucht niets meer van Al Shabaab heeft gehoord. Verweerder vindt het dan ook niet aannemelijk dat eiseres bij terugkeer naar Somalië nog te vrezen heeft voor Al Shabaab. Daarbij speelt ook mee dat de woonplaats van eiseres inmiddels niet meer onder controle staat van Al Shabaab, maar in handen is van het Somalische leger. Hoewel eiseres een alleenstaande vrouw is, heeft zij familie in [plaats 1] en in haar woonplaats. Zij woonde in Somalië ook bij haar oom en tante. Zij heeft daarom geen bescherming nodig op grond van haar alleenstaande status. Eiseres heeft gezinsleden in Nederland wonen, maar er is geen sprake van een financiële, medische of emotionele afhankelijkheid van deze gezinsleden op grond waarvan zij in aanmerking zou komen voor een vergunning op basis van artikel 8 van het EVRM [1] . Eiseres heeft wel uitstel van vertrek gekregen op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
Wat vindt eiseres in beroep?
4. Ten eerste heeft verweerder ten onrechte de problemen van eiseres met Al Shabaab deels ongeloofwaardig geacht. Eiseres heeft in de zienswijze meer verteld over haar gevangenschap en de zweepslagen. Door de pijn die eiseres had is zij op een gegeven moment flauwgevallen en zij kon daardoor niet goed nadenken, het is daarom onbehoorlijk dat verweerder haar tegenwerpt dat zij hier onvoldoende over verklaard heeft. In de zienswijze heeft eiseres ook nader toegelicht waarom Al Shabaab het op haar persoonlijk gemunt kan hebben. Verweerder had ook nadere vragen moeten stellen aan eiseres over hoe Al Shabaab haar kon bereiken in [plaats 1] en hoe zij wisten dat zij in [plaats 1] was. Verder is het aannemelijk dat Al Shabaab via het Hormuud telecommunicatienetwerk toegang heeft tot telefoongegevens, omdat zij aanslagen hebben gepleegd op dit netwerk. Ook heeft verweerder de Werkinstructie 2024/6 onjuist toegepast. Verweerder heeft onvoldoende rekening gehouden met het referentiekader van eiseres en hanteert een te hoge drempel in de geloofwaardigheidstoets. Daarnaast zijn in ieder geval de gedwongen werkzaamheden geloofwaardig geacht. Eiseres doet een beroep op artikel 31, vijfde lid, van de Vw waarin staat dat het feit dat de vreemdeling reeds in het verleden is blootgesteld aan vervolging of ernstige schade een duidelijke aanwijzing is dat de vrees van de vreemdeling voor vervolging gegrond is en het risico op ernstige schade reëel. Verder stelt eiseres dat het kaartmateriaal waar verweerder op heeft gebaseerd dat Al Shabaab niet langer de controle heeft in haar woonplaats, gedateerd is. Uit recenter kaartmateriaal blijkt dat het momenteel onduidelijk is welke machtseenheid de controle heeft in de woonplaats van eiseres. Gezien de locatie waar haar familieleden verblijven, kan zij zich ook niet veilig voegen bij haar familie zonder in handen te komen van Al Shabaab. Tot slot wijst eiseres erop dat volgens de website van de Dienst Terugkeer en Vertrek gedwongen terugkeer naar Somalië niet mogelijk is.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
Beroep niet-tijdig beslissen
5. Voor de toepassing van de wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep wordt het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. [2] Tegen het niet tijdig beslissen staat daarom beroep bij de rechtbank open. Het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is tijdig een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat belanghebbende het bestuursorgaan schriftelijk heeft meegedeeld dat het in gebreke is. [3]
5.1.
Eiseres heeft verweerder met de brief van 25 juni 2024 in gebreke gesteld. Op de zitting is gebleken dat tussen partijen niet in geschil is dat op dat moment de beslistermijn was verstreken en de ingebrekestelling gelet daarop geldig was. Hierna zijn meer dan twee weken verstreken voordat eiseres op 12 juli 2024 beroep heeft ingesteld. Op 27 augustus 2024 heeft verweerder alsnog op de aanvraag van eiseres beslist.
5.2.
Nu verweerder op de aanvraag van eiseres heeft beslist, is het belang van eiseres bij een beoordeling van het beroep tegen het niet-tijdig beslissen op haar aanvraag te komen vervallen. Het beroep voor zover het gericht is tegen het niet-tijdig beslissen, is daarom niet-ontvankelijk.
5.3.
Nu tussen partijen niet in geschil is dat de beslistermijn door verweerder is overschreden en pas na deze overschrijding een besluit op de aanvraag van eiseres is genomen, ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de proceskosten van eiseres voor het beroep niet-tijdig beslissen.
6. Het beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit heeft ook betrekking op het alsnog genomen besluit, tenzij dit geheel aan het beroep tegemoet komt. [4] Eiseres kan zich niet verenigen met het genomen besluit. Verweerder is dan ook niet volledig aan het beroep van eiseres tegemoetgekomen. Het beroep van eiseres tegen het niet tijdig nemen van een besluit is daarom van rechtswege ook gericht tegen het bestreden besluit. Eiseres heeft tegen dit besluit ook afzonderlijk beroep ingesteld (NL24.36961). Dit beroep zal de rechtbank op grond van het voorgaande niet-ontvankelijk verklaren.
Inhoudelijk besluit
7. De rechtbank stelt ambtshalve vast dat het bestreden besluit ten onrechte is genomen namens de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Met ingang van 2 juli 2024 zit asiel in de portefeuille van de minister van Asiel en Migratie. Het besluit is genomen op 27 augustus 2024 en had daarom uit naam van de minister van Asiel en Migratie genomen moeten worden. Dit is een gebrek in het besluit. De rechtbank ziet aanleiding om dit gebrek te passeren met toepassing van artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht omdat eiseres niet in haar belangen is geschaad. Verweerder heeft het besluit namelijk ter zitting voor zijn rekening genomen.
8. Verweerder heeft de problemen van eiseres met Al Shabaab deels ongeloofwaardig kunnen vinden. Nog los van de verklaringen over haar gevangenschap en de zweepslagen, heeft verweerder kunnen overwegen dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij dermate belangrijk was voor Al Shabaab dat zij haar zouden volgen tot in [plaats 1] . Het was gebruikelijk dat Al Shabaab mensen dwong om werkzaamheden voor hen te verrichten in gebied dat onder hun controle stond en eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij bijzondere taken voor hen verrichtte. Ook heeft verweerder mogen tegenwerpen dat eiseres niet duidelijk heeft kunnen maken hoe Al Shabaab eiseres konden bereiken en hoe zij wisten dat zij in [plaats 1] was. Verweerder heeft in het nader gehoor aan eiseres gevraagd hoe Al Shabaab aan haar telefoonnummer is gekomen en hoe zij wisten dat zij in [plaats 1] was. Op beide vragen heeft eiseres geantwoord dat zij dit niet weet. Dat eiseres vervolgens op een andere vraag om verduidelijking heeft gevraagd, betekent niet dat zij deze vragen niet begrepen heeft of verweerder hier verder op door had moeten vragen. Het vermoeden van eiseres dat een ver familielid mogelijk een rol zou kunnen spelen bij hoe Al Shabaab haar gevonden heeft, is niet nader onderbouwd. Uit het feit dat Al Shabaab aanslagen heeft gepleegd op de telefoonprovider Hormuud, kan niet worden afgeleid dat Hormuud telecomgegevens heeft verstrekt aan Al Shabaab waardoor zij eiseres mogelijk hebben kunnen bereiken. Tot slot heeft verweerder kunnen tegenwerpen dat eiseres heeft verklaard dat haar familie na haar vlucht uit Somalië niets meer heeft gehoord van Al Shabaab.
8.1.
De beroepsgrond van eiseres dat verweerder onvoldoende rekening heeft gehouden met haar referentiekader en dat van haar geen uitgebreide gedetailleerde verklaringen mogen worden verwacht, maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. Eiseres heeft niet duidelijk gemaakt op welk punt verweerder teveel van haar heeft verwacht. Voor zover dit ziet op de verklaringen over haar gevangenschap en zweepslagen, heeft de rechtbank geoordeeld dat ook los daarvan verweerder heeft kunnen concluderen dat haar gestelde problemen deels ongeloofwaardig zijn.
9. De rechtbank is van oordeel dat verweerder onvoldoende gemotiveerd heeft dat eiseres bij terugkeer naar haar woonplaats [plaats 2] geen reëel risico op ernstige schade loopt omdat [plaats 2] niet onder controle van Al Shabaab staat. Uit algemene bronnen blijkt dat de Somalische overheid in december 2022 de controle over [plaats 2] heeft overgenomen van Al Shabaab. Uit de kaart van Polgeonow van januari 2023 blijkt dat [plaats 2] toentertijd onder controle stond van de overheid, maar dat onduidelijk was wie de controle had over het gebied tussen [plaats 1] en [plaats 2] . Op de kaart van Polgeonow van juni 2023, die is opgenomen in het Algemeen ambtsbericht Somalië van juni 2023, wordt [plaats 2] niet meer specifiek aangeduid als stad onder controle van de Somalische overheid, maar ligt [plaats 2] in gebied dat is aangeduid als ‘mixed, unclear, and/or local control’. Uit de overgelegde krantenberichten door eiseres en verweerder van maart 2025 blijkt dat er nog zeer recent rondom [plaats 2] gevechten plaatsvonden tussen Al Shabaab en de Somalische overheid, maar uit deze artikelen valt niet af te leiden wie momenteel de controle heeft over [plaats 2] . De rechtbank kan, anders dan verweerder, op basis van openbare bronnen daarom niet vaststellen dat de woonplaats van eiseres en de weg daar naartoe onder volledige controle staan van de Somalische overheid. Omdat onduidelijk is wie de controle heeft, kan niet geconcludeerd worden dat de regio waar eiseres vandaan komt niet onder controle staat van Al Shabaab en zij daarom veilig daarheen terug kan keren.
10. Gelet op het voorgaande is het beroep gegrond. De rechtbank zal het bestreden besluit daarom vernietigen. Wel ziet de rechtbank aanleiding om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten. Verweerder heeft namelijk in het verweerschrift en op zitting niet ten onrechte het subsidiaire standpunt ingenomen dat sprake is van een binnenlands beschermingsalternatief voor eiseres bij haar neef in [plaats 1] . Hoewel eiseres op de zitting gesteld heeft dat zij sinds vijf maanden geen contact meer heeft met haar neef, is niet gebleken dat haar neef niet meer in [plaats 1] woont en eiseres niet opnieuw bij hem terecht zou kunnen. Eiseres heeft, gelet op hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 8, niet aannemelijk gemaakt dat zij in [plaats 1] te vrezen heeft voor Al Shabaab. De verwijzing van eiseres naar artikel 31, vijfde lid, van de Vw slaagt niet. Hoewel eiseres eerder is blootgesteld aan mensenrechtenschendingen in de vorm van gedwongen werkzaamheden, heeft verweerder erop gewezen dat er goede redenen zijn om aan te nemen dat dit zich niet opnieuw zal voordoen omdat Al Shabaab niet de macht heeft in [plaats 1] . De rechtbank zal gelet hierop de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand laten.

Conclusie en gevolgen

11. Het beroep in de zaak NL24.28061 voor zover gericht tegen het niet tijdig beslissen is niet-ontvankelijk. Eiseres krijgt hiervoor wel een vergoeding van haar proceskosten. Deze kosten worden op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vastgesteld op € 453,50. [5]
12. Het beroep in de zaak NL24.36961 is niet-ontvankelijk.
13. Het beroep in de zaak NL24.28061, voor zover gericht tegen het alsnog genomen besluit van 27 augustus 2024, is gegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit wordt vernietigd. De rechtbank zal de rechtsgevolgen van het bestreden besluit echter in stand laten.
14. Omdat het beroep gegrond is, veroordeelt de rechtbank verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht vast op € 1.814,-. [6]

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep met zaaknummer NL24.28061, voor zover het is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, niet-ontvankelijk;
  • verklaart het beroep met zaaknummer NL24.28061, voor zover het is gericht tegen het bestreden besluit, gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand worden gelaten;
  • verklaart het beroep in de zaak NL24.36961 niet-ontvankelijk;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van
€ 2.267,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.M.A. Vinken, rechter, in aanwezigheid van
mr. M.C. Bakker, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
2.Artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3.Artikel 6:12, eerste lid, van de Awb.
4.Artikel 6:20, derde lid, van de Awb.
5.1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor ½.
6.1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde van € 907,- per punt en een wegingsfactor 1.