ECLI:NL:RBDHA:2025:8317

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 april 2025
Publicatiedatum
13 mei 2025
Zaaknummer
C/09/681220 / FA RK 25-1603
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorzieningen inzake zorgregeling en kinderalimentatie in een echtscheidingsprocedure met huiselijk geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 april 2025 een beschikking gegeven in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, waarbij voorlopige voorzieningen zijn getroffen met betrekking tot de zorgregeling voor hun minderjarige kind en de kinderalimentatie. De man heeft op 4 maart 2025 een verzoek ingediend voor een voorlopige regeling inzake de zorg- en opvoedingstaken van hun minderjarige kind, geboren in 2024. De vrouw heeft op 28 januari 2025 de echtelijke woning verlaten, wat heeft geleid tot een verzoek om het uitsluitend gebruik van de woning door de man en de toevertrouwing van het kind aan de vrouw. De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingediende stukken, waaronder het verzoekschrift en het verweerschrift van de vrouw, en heeft de zaak op 28 maart 2025 behandeld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw de woning heeft verlaten vanwege huiselijk geweld door de man. De man heeft verzocht om een zorgregeling waarbij hij het kind elke zondag en maandag van 12.00 uur tot 19.00 uur bij zich mag hebben. De vrouw heeft verweer gevoerd en aangegeven dat zij zich onveilig voelt in de aanwezigheid van de man. De rechtbank heeft geoordeeld dat de huidige zorgregeling, die is vastgesteld met begeleiding van Arosa, in het belang van het kind is en heeft de verzoeken van de man voor uitbreiding van de zorgregeling afgewezen. Tevens is de kinderalimentatie vastgesteld op € 25,- per maand, omdat de rechtbank onvoldoende gegevens heeft om een hoger bedrag te bepalen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De rechtbank heeft in haar beslissing ook rekening gehouden met de bedreigingen die de man aan de vrouw heeft geuit, wat heeft bijgedragen aan de beslissing om de huidige zorgregeling te handhaven en de verzoeken van de man af te wijzen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 25-1603
Zaaknummer: C/09/681220
Datum beschikking: 11 april 2025

Voorlopige voorzieningen

Beschikking op het op 4 maart 2025 ingekomen verzoek van:

[de man] ,

de man,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. J.G. Schnoor te ’s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vrouw] ,

de vrouw,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. M. Kaouass te Amsterdam.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder:
  • het verzoekschrift;
  • het verweerschrift met zelfstandig verzoek, ingekomen op 24 maart 2025;
  • het F9-formulier van 27 maart 2025 van de man, met brief en bijlagen.
Op 28 maart 2025 is de zaak ter zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen:
  • de man, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
  • [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad).

Feiten

  • Partijen zijn met elkaar gehuwd op [dag] 2022 te [plaats 1] .
  • Zij zijn de ouders van de nu nog minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2024 te [geboorteplaats] .
  • Partijen oefenen het gezamenlijk gezag over [minderjarige] uit.
  • De vrouw heeft op 28 januari 2025 met [minderjarige] de echtelijke woning verlaten.
  • De door de vrouw op 12 februari 2025 bij deze rechtbank aanhangig gemaakte echtscheidingsprocedure is bekend onder zaak- en rekestnummer C/09/680144 / FA RK 25-1061.

Verzoek en verweer

Het verzoek van de man strekt ertoe dat:
  • een voorlopige regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken ten aanzien van [minderjarige] (zorgregeling) wordt vastgesteld waarbij de man [minderjarige] bij zich mag hebben iedere zondag en maandag van 12.00 uur tot 20.00 uur, en vanaf uiterlijk 1 mei 2025 iedere zondag van 12.00 uur tot de daaropvolgende maandag 20.00 uur;
  • in het kader van deze voorlopige zorgregeling de vrouw [minderjarige] naar het adres van de man in [plaats 2] brengt en de man na afloop van de zorgregeling [minderjarige] naar het adres van de ouders van de vrouw in [plaats 1] brengt;
  • er minimaal twee videocontacten per week zullen plaatsvinden, bij voorkeur op de woensdag en vrijdag rond 19.00 uur, waarbij de vrouw de man belt, althans een zodanige zorgregeling vast te stellen als de rechtbank juist acht;
  • de man gerechtigd zal zijn tot het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning aan het adres [adres] ( [postcode] te [plaats 2] ;
voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De vrouw voert verweer dat hierna, voor zover nodig, zal worden besproken en verzoekt zelfstandig:
  • [minderjarige] voorlopig aan de vrouw toe te vertrouwen;
  • vaststelling van een voorlopige kinderalimentatie van € 300,- per maand, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
  • vaststelling van een voorlopige zorgregeling inhoudende dat de man [minderjarige] bij zich zal hebben op iedere zondag en maandag van 12.00 uur tot 19.00 uur;
voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Beoordeling

Uitsluitend gebruik echtelijke woning
De vrouw heeft met [minderjarige] de woning verlaten. Zij is ermee akkoord dat de man het uitsluitend gebruik van de woning krijgt. De rechtbank zal het verzoek van de man daarom toewijzen.
Toevertrouwing minderjarige
De man is akkoord met de toevertrouwing van [minderjarige] aan de vrouw, zodat de rechtbank dit verzoek van de vrouw zal toewijzen, ook omdat niet is gebleken dat het belang van [minderjarige] zich daartegen verzet.
Zorgregeling
De vrouw heeft op 28 januari 2025 met [minderjarige] de woning verlaten en verblijft op een onbekende, veilige, locatie. De man staat onder behandeling bij de Waag voor agressie- en emotieregulatie. De vrouw krijgt begeleiding van Arosa. Inmiddels is met begeleiding van Arosa een zorgregeling tot stand gebracht, waarbij de man [minderjarige] op zondag en maandag van 12.00 uur tot 19.00 uur bij zich heeft. De overdracht vindt plaats op een neutrale plek. Partijen zijn aangemeld bij Veilig Verder.
De man wil graag uitbreiding van de zorgregeling. De man vindt de contactmomenten te kort en hij zou graag een overnachting van [minderjarige] bij hem willen, omdat dat ook hoort bij zijn rol als vader. Het geven van borstvoeding door de vrouw hoeft daarvoor geen beletsel te vormen. De vrouw geeft zich aan onveilig te voelen in de aanwezigheid van de man, maar zij heeft daar volgens de man geen reden voor. De man wil de overdracht niet meer doen langs de A4 bij een tankstation, maar bij bijvoorbeeld de ouders van de vrouw thuis. Uiteindelijk wil de man een gelijkwaardige verdeling van de zorgtaken. Ook wil de man twee keer per week videobellen met [minderjarige] op vaste dagen en tijdstippen.
De vrouw kan zich niet vinden in uitbreiding van de regeling op dit moment. De vrouw heeft met [minderjarige] de woning verlaten vanwege huiselijk geweld door de man. Het agressief gedrag van de man heeft ertoe geleid dat de vrouw geen enkel vertrouwen meer in hem heeft. De man heeft nog steeds hulp nodig bij de verzorging van [minderjarige] , die nog heel jong is en nog borstvoeding krijgt. Vanwege het ongeduldige en agressieve karakter van de man is een overnachting bij hem nog niet in het belang van [minderjarige] . De overdracht bij de ouders van de vrouw is niet mogelijk. De hele familie voelt zich bedreigd door de man. De man moet werken aan zijn agressieprobleem. Verder wil de vrouw geen videobelregeling, daar is [minderjarige] nog te jong voor.
Naar het oordeel van de rechtbank is de regeling die nu loopt en die de ouders samen bij Arosa hebben afgesproken op dit moment in het belang van [minderjarige] . De rechtbank zal deze regeling vastleggen. Deze huidige regeling loopt nu goed. Partijen zijn samen aangemeld bij Veilig Verder, waar ook besproken kan worden of een uitbreiding van de zorgregeling, en op welke termijn, in het belang van [minderjarige] is. De rechtbank ziet geen aanleiding om nu vooruit te lopen op een uitbreiding van deze regeling.
Daarbij overweegt de rechtbank ook dat uit het dossier is gebleken dat de man de vrouw meermaals via appberichten en via de e-mail heeft uitgescholden en dat de man de vrouw en haar familie meermaals met de dood heeft bedreigd. Uit de door de vrouw overgelegde whatsappberichten blijkt dat de man de vrouw zeer grof bejegent. De rechtbank kan in de vele whatsappberichten uit 2024 onder andere lezen dat de man aan de vrouw berichten stuurt als
“zal even paar kk kogels door je kk ouders raam schieten”,
“ik maak jou dood”,
“je vader gaat dood, ik ga nu naar [plaats 1] , ik ga hem vermoorden”en
“Jullie gaan er allemaal aan, geloof mij”.In de mailwisseling is te lezen dat de man aan de vrouw stuurt
“Als ik mijn kind niet krijg te zien trap ik de deuren eruit”.
Desgevraagd heeft de man op de zitting aangegeven dat hij niet begrijpt dat de vrouw zich bedreigd voelt en angstig is. De man heeft ook aangegeven niet te begrijpen waarom het wellicht niet verstandig was om zes vrienden mee te nemen naar de rechtbank, wat volgens de vrouw – en de raadsvertegenwoordiger –intimiderend overkwam.
Ten aanzien van het videobellen oordeelt de rechtbank dat dat, gelet op de jonge leeftijd van [minderjarige] en de enorme spanningen bij de vrouw, niet in het belang van [minderjarige] is.
De rechtbank zal dus bepalen dat [minderjarige] bij de man zal zijn iedere zondag en maandag van 12.00 uur tot 19.00 uur, waarbij de overdracht zal plaatsvinden op een neutrale plek. Het meer of anders verzochte zal worden afgewezen.
Informatieregeling
De man wil dat er een informatieregeling wordt vastgesteld, maar heeft geen verzoek tot vaststelling van een informatieregeling in het petitum opgenomen. De vrouw stelt dat zij de man al informatie updates stuurt op dinsdag, donderdag en zaterdag. De rechtbank ziet daarom geen aanleiding om ambtshalve een informatieregeling op te nemen.
Kinderalimentatie
Op de zitting heeft de vrouw aangegeven dat wat haar betreft de kinderalimentatie wordt vastgesteld op een bedrag waarvan de man stelt dat hij dat kan bijdragen. De man heeft een kinderalimentatie van € 25,- per maand aangeboden. De rechtbank beschikt over onvoldoende gegevens om te kunnen oordelen dat de man in staat is om een hoger bedrag te betalen. De rechtbank zal dus een kinderalimentatie van € 25,- per maand vaststellen en het meer of anders verzochte afwijzen.

Beslissing

De rechtbank:
*
bepaalt dat de man bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning aan het adres [adres] ( [postcode] ) te [plaats 2] ;
*
bepaalt dat de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2024 te [geboorteplaats] , aan de vrouw zal worden toevertrouwd;
*
bepaalt dat de man voorlopig gerechtigd is om [minderjarige] bij zich te hebben:
- iedere zondag en maandag van 12.00 uur tot 19.00 uur, waarbij de overdracht zal plaatsvinden op een neutrale plek;
*
bepaalt dat de man aan de vrouw, met ingang van heden, voorlopig een kinderalimentatie ten behoeve van [minderjarige] (bij co-ouderschap eventueel:
medeverzorgt en opvoedt) van € 25,- per maand zal betalen, telkens bij vooruitbetaling te voldoen;
*
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
*
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.M. Brakel, (kinder)rechter, bijgestaan door mr. R.P. Bas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 11 april 2025.