Verzoek en verweer
Het verzoek van de vrouw, zoals dat na wijziging luidt, strekt tot echtscheiding met nevenvoorzieningen tot:
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw;
- bepaling dat de minderjarige kinderen in het kader van de verdeling van de zorgtaken 4 dagen bij de vrouw zullen zijn en 3 dagen bij de man;
- bepaling dat de man zal bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen met € 300,- per kind per maand, bij vooruitbetaling per maand aan de vrouw te voldoen met ingang van de datum inschrijving echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand en te vermeerderen met het bedrag van iedere uitkering die hem op grond van geldende wetten of regelingen ten behoeve van de minderjarigen kan of zal worden verstrekt;
- bepaling dat de man met ingang van de dag van inschrijving van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand zal bijdragen in het levensonderhoud van de vrouw met € 600,- bruto per maand, bij vooruitbetaling per maand aan haar te voldoen;
- bepaling dat de vrouw, als zij ten tijde van de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de Brp de woning op het adres de [adres] te [woonplaats] ( [postcode] ) bewoont, tegenover de man bevoegd is de bewoning en het gebruik van de bij die woning en tot de inboedel behorende zaken gedurende zes maanden na voormelde inschrijving voort te zetten;
- de man te gebieden om volledige medewerking te verlenen aan verkoop van de woning in Georgië, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,- per dag of dagdeel dat de man aan deze veroordeling niet voldoet, met een maximum van € 10.000,-;
- bepaling dat het aandeel van de man in de eigendom van de woning op het adres de [adres] te [woonplaats] ( [postcode] ) aan de vrouw wordt toegedeeld als de vrouw in staat zal blijken dit te kunnen financieren, waarbij de vrouw alsdan bij levering van het aandeel van de man in de voornoemde woning aan hem de helft van de overwaarde per peildatum zal betalen en zal zorgdragen voor ontslag uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de man ter zake van de op de woning rustende hypotheekschuld;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad en kosten rechtens.
De man voert verweer, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.
Bovendien heeft de man – na wijziging – zelfstandig verzocht om de echtscheiding uit te spreken, met nevenvoorzieningen tot:
- vaststelling van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige kinderen bij de man;
- bepaling dat de vrouw aan de man met ingang van de datum van de ten deze te wijzen beschikking een bijdrage zal betalen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige kinderen van € 80,- per kind per maand, bij vooruitbetaling te voldoen door overschrijving van het totale bedrag naar een door de man aan te wijzen bankrekening;
- vaststelling van een zorg- en contactregeling met de volgende inhoud: de kinderen zijn bij de man gedurende vier dagen per week van woensdag uit school tot en met zaterdag 19.30 uur alsmede de helft van de vakanties en feestdagen en op Vaderdag en zij zijn bij de vrouw van zaterdag 19.30 uur tot woensdag naar school alsmede de helft van de vakanties en feestdagen en op Moederdag;
- bepaling dat de man tegenover de vrouw het recht heeft om in de woning aan het adres [adres] ( [postcode] ) [woonplaats] te blijven wonen en de tot de inboedel daarvan behorende zaken te blijven gebruiken tot zes maanden na de inschrijving van de beschikking tot echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand;
- toedeling van de woning in Georgië aan de man;
- toedeling van de inboedel aan de vrouw met betaling van € 4.000,- aan de man;
- bepaling dat de vrouw € 5.000,- aan de man dient te betalen ten aanzien van de verdeling van het goud;
- het verklaren voor recht dat de vrouw voor 50% draagplichtig is voor de schulden van partijen aan Nationale Nederlanden, Interbank en BNP Paribas per 1 november 2022 althans met ingang van een zodanige datum als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren tot aan de datum van algehele voldoening en te bepalen dat de man gerechtigd is om op grond hiervan het door hem namens de vrouw aan de schuldeisers betaalde bedrag in mindering te brengen op het aandeel van de vrouw in de overwaarde van de woning en te verrekenen bij levering van het aandeel van de vrouw in de eigendom van de woning aan de man;
een en ander voor zover mogelijk met uitvoerbaarverklaring bij voorraad en kosten rechtens.
De vrouw voert verweer tegen de verzochte nevenvoorzieningen, welk verweer hierna – voor zover nodig – zal worden besproken.