ECLI:NL:RBDHA:2025:8434

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 mei 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
NL24.49822
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaken na afwijzing asielaanvragen

Op 13 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende verzoekers die asielaanvragen hadden ingediend. De minister van Asiel en Migratie had op 9 december 2024 de asielaanvragen van de verzoekers afgewezen, waarbij deze als kennelijk ongegrond werden aangemerkt. Hierop hebben de verzoekers afzonderlijk beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting beoordeeld.

In de uitspraak van dezelfde dag, met de zaaknummers NL 24.49821, NL24.49823, NL24.49827 en NL24.49825, heeft de rechtbank reeds uitspraak gedaan op de beroepen van de verzoekers. Gezien deze uitspraak was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. de Danschutter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, zoals bepaald in artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummers: NL24.49822, NL24.49824, NL24.49826 en NL24.49828

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[verzoeker 1], verzoeker 1,

V-nummer: [V-nummer 1],
[verzoekster],verzoekster
V-nummer: [V-nummer 2],
[verzoeker 2],verzoeker 2,
V-nummer: [V-nummer 3],
en
[verzoeker 3], verzoeker 3,
V-nummer: [V-nummer 4],
(gemachtigde: mr. L.J. Blijdorp),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder

Procesverloop

Met het bestreden besluit van 9 december 2024 heft verweerder de asielaanvragen van verzoekers in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoekers hebben hiertegen afzonderlijk beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting [1] .

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummers NL 24.49821, NL24.49823, NL24.49827 en NL24.49825 heeft de rechtbank uitspraak gedaan op de beroepen. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om die reden af.
1.1.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 13 mei 2025 door mr. A.J. de Danschutter, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Voetnoten

1.Artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.