ECLI:NL:RBDHA:2025:8434
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaken na afwijzing asielaanvragen
Op 13 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende verzoekers die asielaanvragen hadden ingediend. De minister van Asiel en Migratie had op 9 december 2024 de asielaanvragen van de verzoekers afgewezen, waarbij deze als kennelijk ongegrond werden aangemerkt. Hierop hebben de verzoekers afzonderlijk beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting beoordeeld.
In de uitspraak van dezelfde dag, met de zaaknummers NL 24.49821, NL24.49823, NL24.49827 en NL24.49825, heeft de rechtbank reeds uitspraak gedaan op de beroepen van de verzoekers. Gezien deze uitspraak was een voorlopige voorziening niet meer nodig, en heeft de voorzieningenrechter de verzoeken om voorlopige voorziening afgewezen.
De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.J. de Danschutter, in aanwezigheid van mr. A.J.J. Sterks, griffier, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open, zoals bepaald in artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).