ECLI:NL:RBDHA:2025:8435

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 april 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
11427941 MB VERZ 24-7813
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schending van de hoorplicht bij verkeersboete en gevolgen voor sanctie

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 29 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete van € 57,00 voor het overschrijden van de snelheid op een autosnelweg. Betrokkene, vertegenwoordigd door mr. I.N.D.J. Rissema, heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 2 april 2025 is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen, maar betrokkene en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de hoorplicht is geschonden, wat aanleiding geeft tot vernietiging van de beslissing van de officier van justitie. De kantonrechter oordeelt echter dat de inleidende boetebeschikking in stand kan blijven, omdat er geen structurele schending van de hoorplicht is aangetoond die de belangen van betrokkene zou schaden. De kantonrechter heeft geen reden om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant en de juistheid van de meting. De beslissing van de kantonrechter houdt in dat de boete ongewijzigd blijft en dat het verzoek om proceskostenvergoeding wordt afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Zittingsplaats ’s-Gravenhage
CJIB-nummer: [CJIB-nummer]
Registratienummer team straf: 11427941 MB VERZ 24-7813
Uitspraakdatum : 29 april 2025
Beslissing van de kantonrechter, tevens houdende het opgemaakte proces-verbaal van de zitting
in de zaak van

[betrokkene] B.V.

wonende dan wel gevestigd te: [postcode] [plaats]
[adres] , nader ook te noemen: betrokkene.
Gemachtigde: mr. I.N.D.J. Rissema (Bezwaartegenverkeersboetes.nl)

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een verkeersboete opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond of niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 2 april 2025. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Betrokkene en gemachtigde zijn niet ter zitting verschenen.

Overwegingen

Verkeersboete
Het gaat om een bedrag van € 57,00 (inclusief administratiekosten) voor 8 km per uur harder rijden dan mag op een autosnelweg buiten de bebouwde kom (verkeersbord A1) op
9 augustus 2023.
Beroepsgronden en standpunten
De beroepsgronden houden in de kern het volgende in. Betrokkene ontkent de gedraging te hebben verricht. Voorts voert gemachtigde aan dat de hoorplicht is geschonden, hetgeen zou moeten leiden tot een korting van 25% op de sanctie. Tot slot wordt om een proceskostenvergoeding verzocht.
De vertegenwoordiger van de officier van justitie heeft ter zitting voorgesteld het beroep ongegrond te verklaren en voert daartoe aan dat in dit geval geen sprake is van een structurele schending van de hoorplicht. Het betrof een eenmalige opschoningsactie om daarna met een schone lei weer te kunnen starten met het horen van zowel burgers als gemachtigden. Daarbij is besloten een aantal oude zaken af te doen zonder te horen zodat daarna het hoorproces op een juiste en tijdige wijze vorm kon krijgen. Desgevraagd verklaart de zittingsvertegenwoordiger dat het bij deze eenmalige opschoningsactie om een paar duizend zaken zou zijn gegaan.
Oordeel
De kantonrechter overweegt het volgende.
Buiten kijf staat dat de hoorplicht is geschonden, wat aanleiding geeft tot vernietiging van de beslissing van de officier van justitie. Voorts dient te worden beoordeeld of de inleidende boetebeschikking in stand kan blijven.
Hoewel betrokkene de overtreding ontkent, heeft de kantonrechter geen reden om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant, die op ambtsbelofte is opgemaakt, en de juistheid van de meting. De gedraging kan dus worden vastgesteld.
Vraag is verder of sprake is van een schending van de hoorplicht met een zodanig structureel karakter dat betrokkene zodanig in diens belangen is geschaad dat een compensatie moet worden geboden door middel van matiging van het sanctiebedrag. De kantonrechter is van oordeel dat daarvan geen sprake is. Hoewel, afgaande op de door de zittingsvertegenwoordiger ter zitting gegeven toelichting, er bewust voor is gekozen door het CVOM om in een groot aantal zaken niet te horen, is dit besloten met het oog op het creëren van een oplossing; namelijk het weer opstarten van de hoorplicht. Van een situatie die vergelijkbaar is met die uit het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 november 2022 (ECLI:NL:GHARL:2022:9934) is dan ook geen sprake.
Er zijn geen andere feiten of omstandigheden gebleken die aanleiding geven tot verdere matiging van de opgelegde boete. De inleidende boetebeschikking kan dus ongewijzigd in stand blijven.

Beslissing:

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond en vernietigt de beslissing van de officier van justitie;
  • verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
  • wijst het verzoek om een proceskostenveroordeling af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.L.E. Bakels, kantonrechter, bijgestaan door D.C. Carsten, griffier en in het openbaar uitgesproken.
De griffier De kantonrechter
Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Den Haag, Team Straf en dient door degene die het beroep heeft ingesteld of door zijn gemachtigde te zijn ondertekend.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.