ECLI:NL:RBDHA:2025:8439

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 mei 2025
Publicatiedatum
14 mei 2025
Zaaknummer
NL25.19425
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond beroep tegen maatregel van bewaring op grond van de Vreemdelingenwet 2000

Op 13 mei 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij de eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, beroep heeft ingesteld tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie. Dit besluit, genomen op 25 april 2025, hield in dat de minister aan de eiser de maatregel van bewaring heeft opgelegd op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Tijdens de zitting op 6 mei 2025 heeft de eiser, die via een videoverbinding aanwezig was, toegelicht dat hij wenst terug te keren naar India en inmiddels in het bezit is van zijn Indiase paspoort. Dit paspoort was door een vriend van eiser bezorgd in het Detentiecentrum Rotterdam, waardoor de minister in staat is om een vlucht voor eiser naar India te boeken.

De rechtbank heeft de door de minister en eiser verstrekte gegevens beoordeeld en geen gronden gevonden om te concluderen dat de rechtmatigheidsvoorwaarden voor de maatregel van bewaring niet zijn voldaan. De gemachtigde van eiser heeft geen argumenten aangedragen die de maatregel van bewaring in twijfel trekken. De rechtbank heeft daarom het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen een week na bekendmaking.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.19425

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 13 mei 2025 in de zaak tussen

[eiser], v-nummer: [nummer], eiser

(gemachtigde: mr. B. Snoeij),
en

de minister van Asiel en Migratie,

(gemachtigde: mr. F.S. Schoot).

Procesverloop

Bij besluit van 25 april 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister aan eiser de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000) opgelegd.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Dit beroep moet tevens worden aangemerkt als een verzoek om toekenning van schadevergoeding.
De rechtbank heeft het beroep op 6 mei 2025 op zitting behandeld. Eiser is, met behulp van een videoverbinding, verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Op de zitting heeft eiser toegelicht dat hij wil terugkeren naar India. Ook is op de zitting gebleken dat eiser inmiddels in het bezit is van zijn Indiase paspoort, wat door een vriend van eiser is bezorgd in het Detentiecentrum Rotterdam. Hierdoor kan de minister zo spoedig mogelijk een vlucht voor eiser boeken naar India. De gemachtigde van eiser heeft geen gronden gericht tegen de maatregel van bewaring.
Leidt ambtshalve toetsing tot een ander oordeel?
2. De rechtbank ziet in de door de minister en eiser verstrekte gegevens geen grond om te komen tot het oordeel dat aan de rechtmatigheidsvoorwaarden voor deze maatregel niet is voldaan. [1]

Conclusie en gevolgen

3. Het beroep is ongegrond. Daarom wordt ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, rechter, in aanwezigheid van mr. F.E. Brokke, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking..

Voetnoten

1.Vergelijk HvJEU 8 november 2022, ECLI:EU:C:2022:858.