In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. De maatregel van bewaring is opgelegd op 18 februari 2025 en eerder getoetst in een uitspraak van 5 maart 2025. Eiser heeft op 7 april 2025 een asielaanvraag ingediend, maar deze op 8 april 2025 weer ingetrokken. De rechtbank overweegt dat de zogenoemde 48-uurs-regel niet bedoeld is om intrekkingen van asielaanvragen op te vangen, en dat verweerder de maatregel van bewaring niet had hoeven omzetten. De rechtbank concludeert dat er sinds de sluiting van het vorige onderzoek op 26 februari 2025 geen zicht op uitzetting naar Marokko ontbreekt, ondanks de lange tijdsduur van de eerdere aanvraag voor een laissez-passer. Eiser heeft niet aangetoond dat het voortduren van de maatregel onevenredig bezwarend is, en de rechtbank wijst het beroep ongegrond. Het verzoek om schadevergoeding wordt eveneens afgewezen.