In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, enkelvoudige kamer, wordt het beroep van eiser tegen de voortduren van de maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 10 januari 2025 en is eerder getoetst in uitspraken van 29 januari en 5 maart 2025. De rechtbank behandelt het beroep op 16 april 2025, waarbij de eiser en zijn gemachtigde niet aanwezig zijn. De rechtbank concludeert dat er zicht op uitzetting naar Pakistan is, aangezien de Pakistaanse autoriteiten hebben aangegeven een laissez-passer te verstrekken. Eiser betwist dit en stelt dat verweerder onvoldoende voortvarend werkt aan zijn uitzetting. De rechtbank oordeelt dat de informatie van verweerder voldoende is om te concluderen dat er zicht op uitzetting is en dat verweerder tijdig heeft gehandeld. Eiser heeft ook aangevoerd dat hij niet is geïnformeerd over de vluchtdatum, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder aan zijn informatieplicht heeft voldaan. Uiteindelijk wordt het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 14 mei 2025.