In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag. Eiseres heeft op 16 november 2024 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke door de minister op 1 december 2024 als kennelijk ongegrond is afgewezen. De rechtbank heeft het beroep op 2 april 2025 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van eiseres en de minister aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is. Eiseres, die stelt Somalische nationaliteit te hebben en tot de Ogaden bevolkingsgroep te behoren, heeft een Keniaans paspoort overgelegd dat volgens de minister frauduleus is verkregen. De minister heeft de geloofwaardigheid van eiseres' identiteit en haar asielmotieven betwist, maar de rechtbank concludeert dat eiseres voldoende inspanningen heeft geleverd om de echtheid van haar documenten te verifiëren. De rechtbank vernietigt het besluit van de minister en draagt deze op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij alle ingediende stukken in acht moeten worden genomen.
De rechtbank heeft ook de proceskosten van eiseres toegewezen, die in totaal € 1.814,- bedragen. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor de minister om de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiseres opnieuw te onderzoeken, en dat de minister niet voldoende rekening heeft gehouden met de inspanningen van eiseres om haar zaak te onderbouwen.