Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
- niet de nodige voorzichtigheid in acht heeft genomen en/of onvoldoende aandacht heeft gehad voor het bedienen van zijn motorrijtuig en/of
- de controle over zijn motorrijtuig heeft verloren en/of
- een stuurbeweging naar rechts heeft gemaakt en/of (daarbij) over het aldaar gelegen trottoir is gereden en/of is blijven rijden en/of
- zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast dat hij zijn motorrijtuig tijdig tot stilstand kon brengen tengevolge waarvan hij met zijn motorrijtuig in botsing is gekomen met een aldaar lopende voetganger, waardoor een ander te weten die voetganger (genaamd [naam 1] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een beenfractuur en/of een neusfractuur, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
- niet de nodige voorzichtigheid in acht heeft genomen en/of onvoldoende aandacht heeft gehad voor het bedienen van zijn motorrijtuig en/of
- de controle over zijn motorrijtuig heeft verloren en/of
- een stuurbeweging naar rechts heeft gemaakt en/of (daarbij) over het aldaar gelegen trottoir is gereden en/of is blijven rijden en/of
- zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast dat hij zijn motorrijtuig tijdig tot stilstand kon brengen tengevolge waarvan hij met zijn motorrijtuig in botsing is gekomen met een aldaar lopende voetganger, waardoor een ander te weten die voetganger (genaamd [naam 1] letsel heeft bekomen, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans
kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
3.De bewijsbeslissing
15:05:51 tot 15:06:12 De voetgangers lopen op het trottoir in de richting van de Leuvensestraat
15:06:13 Personenauto komt in beeld
15:06:13 Personenauto rijdt over het trottoir
15:06:14 tot 15:06:16 Personenauto rijdt meerdere goederen op het trottoir aan.
15:06:17 Personenauto schept een van de voetgangers van achteren
c) verschaffen van duidelijkheid over de mogelijke oorzaak, toedracht en gevolgen van het ongeval.
Uit mijn onderzoek bleek dat de BMW was voorzien van een automatische versnellingsbak en daardoor voorzien was van twee pedalen, te weten een gaspedaal en een rempedaal. Verder zag ik dat de vloer van de BMW voor de bestuurdersstoel, waar de pedalen zaten, was voorzien van bekleding met daar bovenop een mat. Verder zag ik dat de mat op de juiste plaats op de vloer lag en geen belemmering vormde voor het bedienen van de pedalen. Nadat ik plaats had genomen op de bestuurdersstoel voelde ik door met mijn voeten over de vloermat te schuiven dat de vloermat niet kon worden verschoven en dus voldoende vastlag en daardoor de bediening van de beide pedalen niet kon belemmeren. Verder heb ik een proefrit gemaakt met de BMW van ongeveer 2 kilometer waarbij ik veelvuldig heb opgetrokken en geremd. Tijdens deze proefrit merkte ik dat zowel de gasbediening als de rembediening van de BMW naar behoren werkten en goed te bedienen waren. Tevens is het voertuig onderzocht op de aanwezigheid van eventuele relevante voertuigdata. Uit dit onderzoek bleek dat de voertuigdata van de BMW geen storingen vermelden die in relatie waren te brengen met de toedracht van het ongeval. De BMW verkeerde rijtechnisch in een voldoende staat van onderhoud, en vertoonde geen gebreken en/of bijzonderheden, welke mogelijk van invloed zijn geweest op het ontstaan, dan wel het verloop van het ongeval.
Weliswaar blijft de reden dat de verdachte op het trottoir reed onduidelijk, maar niet is gebleken dat de verdachte niet anders kon dan zijn auto het trottoir op sturen. Eenmaal op het trottoir had de verdachte ook anders moeten handelen De verdachte had de automatische transmissie van zijn auto in neutraal kunnen zetten. De tijd die de verdachte over het trottoir heeft gereden was ook voldoende om het gaspedaal los te laten en te remmen. Ook had de verdachte een stuurbeweging naar links kunnen maken op het moment dat hij al op het trottoir reed en had hij opzettelijk een aanrijding met een object (in plaats van een persoon) kunnen veroorzaken door bijvoorbeeld tegen een geparkeerde auto aan te rijden.
De verdachte heeft verklaard dat hij het slachtoffer in de verte zag lopen, maar dat het hem niet lukte om te remmen. Op dat moment had hij alsnog zijn auto een andere kant op kunnen sturen of op zijn minst moeten toeteren. Door dit allemaal niet te doen en een voetganger met behoorlijke snelheid aan te rijden, is de verdachte in aanmerkelijke mate tekort geschoten in de zorgvuldigheid die van hem, als bestuurder, verwacht mocht worden.
Ruim vier maanden na het ongeval had zij nog steeds last van haar enkel bij het hardlopen. Naar het oordeel van de rechtbank kunnen de twee botbreuken niet worden geduid als zwaar lichamelijk letsel, maar wel acht de rechtbank bewezen dat door het ongeval zodanig lichamelijk letsel aan het slachtoffer is toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
- niet de nodige voorzichtigheid in acht heeft genomen en onvoldoende aandacht heeft gehad voor het bedienen van zijn motorrijtuig en
- de controle over zijn motorrijtuig heeft verloren en
- een stuurbeweging naar rechts heeft gemaakt en (daarbij) over het aldaar gelegen trottoir is gereden en is blijven rijden en
- zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast dat hij zijn motorrijtuig tijdig tot stilstand kon brengen, ten gevolge waarvan hij met zijn motorrijtuig in botsing is gekomen met een aldaar lopende voetganger, waardoor een ander te weten die voetganger, genaamd [naam 1] , zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
taakstrafvoor de tijd van
120 (honderdtwintig) UREN;
2 (TWEE) MAANDEN;
ontzegging van de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigenvoor de duur van
6 (zes) maanden.