Uitspraak
Scheiding
Beschikking op het op 8 april 2024 ingekomen verzoek van:
[de vrouw] ,
[de man] ,
-.
de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage,
Procedure
- het verzoekschrift;
- de instemmingsverklaring van 20 april 2024 van de man;
- het bericht van 14 mei 2024, met bijlagen, van de vrouw;
- het bericht van 30 mei 2024 van de vrouw;
- de brief van 28 juni 2024 van de ambtenaar;
- de brief van 4 juli 2024 van de ambtenaar;
- de brief van 11 september 2024 van de vrouw;
- het bericht van 6 januari 2025 van de vrouw;
- de brief van 4 juli 2024 van de ambtenaar.
Feiten
- Partijen zijn gehuwd op [datum 1] 1992 op het Turkse Consulaat in Rotterdam. Op dat moment had de man de Turkse nationaliteit en de vrouw de Nederlandse nationaliteit.
- Partijen zijn nogmaals gehuwd op [datum 2] 1995 in ’s-Gravenhage.
- De vrouw en de man hebben thans beiden de Nederlandse nationaliteit.
Verzoek en verweer
- het huwelijk dat tussen partijen is gesloten op [datum 2] 1995 te ’s-Gravenhage nietig wordt verklaard;
- de echtscheiding wordt uitgesproken van het huwelijk dat tussen partijen op [datum 3] 1992 is gesloten bij het Turkse consulaat in Rotterdam;
Beoordeling
met elkaargehuwd – vormt deze bepaling ook een beletsel voor twee huwelijken tussen dezelfde personen als het eerste huwelijk rechtsgeldig is, of blijkt te zijn, zoals ook blijkt uit de memorie van toelichting bij de invoering van artikel 1:33 BW en uit de jurisprudentie (ECLI:NL:GHAMS:1972:AC0002).
). Wel kan worden vastgesteld dat het huwelijk niet tot stand gekomen is en ten onrechte is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand. De rechtbank zal het verzoek van de vrouw tot nietig verklaring daarom afwijzen en het mindere (de vaststelling dat door de huwelijkssluiting op [datum 2] 1995 geen huwelijk tot stand is gekomen) toewijzen.