Uitspraak
Scheiding
Beschikking op het op 27 oktober 2023 ingekomen verzoek van:
[de man] ,
[de vrouw] ,
Procedure
- het verzoekschrift van de zijde van de man, ingekomen op 27 oktober 2023;
- de brief van 30 oktober 2023, met bijlage, van de zijde van de man;
- de brief van 10 november 2023, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het verweerschrift met zelfstandige verzoeken van de zijde van de vrouw, ingekomen op 24 januari 2024;
- het verweerschrift tegen de zelfstandige verzoeken van de zijde van de man, ingekomen op 23 februari 2024;
- het bericht van 5 maart 2024 van de zijde van de man;
- het bericht van 6 maart 2024 van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 28 maart 2024 van de zijde van de man;
- de brief van 28 maart 2024 van de zijde van de vrouw;
- het bericht van 24 maart 2025, met bijlagen, van de zijde van de man;
- het bericht van 27 maart 2025, met bijlagen, van de zijde van de man.
E. Batalova), alsmede de vrouw, bijgestaan door haar advocaat en een tolk Russisch (mevrouw N. Epstein). Van de zijde van de vrouw is een pleitnotitie overgelegd en voorgedragen.
Feiten
Verzoek en verweer
- de hoofdverblijfplaats van [minderjarige] bij de man te bepalen;
- een zorgregeling vast te stellen waarbij [minderjarige] bij toerbeurt een week bij de man zal verblijven en een week bij de vrouw;
- te bepalen dat partijen elk bij helfte zullen bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige] ;
- te bepalen dat partijen over een weer niet gehouden zullen zijn tot het betalen van alimentatie;
- de echtelijke woning te ( [postcode] ) [plaats 2] , [adres 1] , toe te delen aan de man, waarbij geldt dat de man de vrouw zal ontheffen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de betaling van de hypotheek;
- te bepalen dat indien de vrouw niet onvoorwaardelijk wenst mee te werken aan toedeling aan de man van haar aandeel in de echtelijke woning, dat de uitspraak van de rechtbank dezelfde kracht heeft als een in wettige vorm opgemaakte akte van degene die tot de rechtshandeling gehouden is, een en ander conform artikel 3:300 van het Burgerlijk wetboek;
- te bepalen dat de vrouw uitvoering dient te geven aan de overeenkomst die partijen hebben getekend op 29 mei 2023, waarin is overeengekomen dat de vrouw het appartement op de Krim gelegen aan de [adres 2] , in [plaats 3] (Oekraïne), kadastraal bekend [nummer] , krijgt toebedeeld en daarmee de te verdelen overwaarde op de echtelijke woning heeft plaatsgevonden;
- te bepalen dat de overeenkomst met betrekking tot het appartement op de Krim niet meer valt open te breken, noch dat de vrouw zich kan beroepen op een wilsgebrek, overmacht, nietigheid of welk juridisch argument dan ook, aangezien de man reeds uitvoering heeft gegeven aan de overeenkomst, de schenking een feit is en de man gezien de huidige omstandigheden op de Krim niet in staat is het appartement te verkopen, althans dat de rechtbank in goede justitie een regeling bepaalt die erop neerkomt dat de man heeft voldaan aan zijn verplichtingen en de vrouw daarom niets meer van de man heeft te vorderen uit hoofde van verdeling van de huwelijkse gemeenschap van goederen,
- een zorgregeling vast te stellen waarbij [minderjarige] bij de vrouw zal verblijven in de even weken van zondagavond tot zondagavond, alsmede gedurende de helft van de vakanties en feestdagen, in onderling overleg tussen partijen te bepalen;
- te bepalen dat de vrouw jegens de man bevoegd is de bewoning van de aan partijen in eigendom toebehorende echtelijke woning te ( [postcode] ) [plaats 2] , [adres 1] , en het gebruik van de zaken die behoren bij deze woning en tot de inboedel daarvan gedurende zes maanden na de inschrijving van de echtscheidingsbeschikking voort te zetten;
- de verdeling van de huwelijksgemeenschap vast te stellen conform het voorstel van de vrouw,
Beoordeling
1 januari 2018) worden aangenomen dat tussen hen een algehele gemeenschap van goederen bestaat.
€ 325.000,- waard was, maar zij heeft niet aangegeven wat de woning dan wel waard was. De WOZ-waarde van de echtelijke woning bedroeg per 1 januari 2023 € 391.000,-. De vrouw heeft aangevoerd dat de waarde in het economisch verkeer doorgaans hoger is dan de WOZ-waarde.
(€ 370.000,- minus € 300.470,-).
€ 50.000,-.
€ 90.530,-.