Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
Gold aannemer, te Den Haag,
1.[gedaagde 1] te [woonplaats] ,2. [gedaagde 2] te [woonplaats] ,
1.Waar gaat deze zaak over?
2.De procedure
- de dagvaarding van 17 oktober 2024, met producties 1 tot en met 9;
- de conclusie van antwoord tevens houdende conclusie van eis in reconventie, met producties 1 tot en met 13;
- het tussenvonnis van 15 januari 2025, waarbij een mondeling behandeling is bepaald;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- het B-formulier van [eiser] van 20 februari 2025, met producties 11 tot en met 16;
- het B-formulier van [gedaagden] c.s. van 21 februari 2025, met productie 14.
- [eiser] , bijgestaan door mr. Thole;
- [gedaagden] c.s., bijgestaan door mr. Blom.
3.De feiten
4.Het geschil
- metselwerk: € 8.000,00
- steigerwerk € 1.500,00
- beton storten € 3.000,00
- wijzigen raamkozijnen
- [eiser] te veroordelen tot betaling van € 19.646,87, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van indiening van de conclusie van eis in reconventie;
- [eiser] te veroordelen in de proceskosten, inclusief nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
5.De beoordeling in conventie en reconventie
onnodig btw hoef niet te betalen”. Hieruit leidt de rechtbank af dat partijen afspraken hebben gemaakt over de btw, die afweken van wat in de markt gebruikelijk is.
kleine dingen” niet. Gelet op de afspraak tussen partijen dat [gedaagden] c.s. de materialen zelf zou betalen en daarom slechts 9% BTW zou betalen, komen ook de kosten voor ‘kleine dingen’ voor rekening van [gedaagden] c.s.; voor materialen geldt immers een btw-percentage van 21%.
€ 242 inclusief btw.
€ 817,50 inclusief btw.