ECLI:NL:RBDHA:2025:8649
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand voor tandartskosten en de noodzaak van medische informatie
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 mei 2025, in de zaak tussen eiser en het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst Bollenstreek, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijzondere bijstand voor tandartskosten beoordeeld. Eiser had op 17 juni 2022 een aanvraag ingediend, die door verweerder op 20 september 2022 werd afgewezen. De afwijzing werd gehandhaafd in de beslissing op bezwaar van 31 januari 2023. De rechtbank heeft het beroep op 3 december 2024 behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiser had de rechtbank verzocht om nadere stukken over te leggen ter onderbouwing van zijn standpunt dat hij had meegewerkt aan het medisch advies van [organisatie]. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst en eiser kreeg de gelegenheid om deze stukken in te dienen, wat hij op 4 december 2024 deed. Verweerder reageerde hierop op 6 januari 2025. Uiteindelijk sloten partijen het onderzoek zonder verdere zitting.
De rechtbank oordeelt dat eiser niet heeft aangetoond dat hij recht heeft op bijzondere bijstand, omdat hij geen toestemming heeft gegeven voor het opvragen van medische informatie bij zijn tandarts. Verweerder heeft terecht gesteld dat de noodzaak van de kosten niet kon worden vastgesteld, waardoor de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand voor tandartskosten terecht is gehandhaafd. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.