ECLI:NL:RBDHA:2025:8757
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen terugkeerbesluit en inreisverbod van een Egyptische eiser
In deze uitspraak oordeelt de rechtbank over het beroep van eiser, een Egyptische man, tegen het aan hem opgelegde terugkeerbesluit en het inreisverbod dat door de minister van Asiel en Migratie is uitgevaardigd. Het terugkeerbesluit is op 5 november 2024 aan eiser opgelegd, omdat hij geen rechtmatig verblijf heeft sinds het overschrijden van de vrije termijn van zijn Schengenvisum. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij stelt dat het inreisverbod van twee jaar onterecht is opgelegd. Hij heeft een import- en exportbedrijf en beweert dat het inreisverbod hem in grote financiële problemen brengt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor het terugkeerbesluit niet in geschil zijn en dat verweerder terecht heeft geconcludeerd dat er een risico bestaat dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken. De rechtbank oordeelt dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd waarom het inreisverbod is opgelegd en dat er geen aanleiding is om dit voor een kortere duur op te leggen. Eiser heeft zijn stellingen over zijn bedrijfsbelangen niet onderbouwd, waardoor de rechtbank zijn beroep ongegrond verklaart. De rechtbank beslist dat het terugkeerbesluit en het inreisverbod in stand blijven en er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt.