ECLI:NL:RBDHA:2025:8958
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met verlenging overdrachtstermijn
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van het asielrecht. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.E. Martinez Linnemann, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Asiel en Migratie, waarbij de overdrachtstermijn van verzoekster was verlengd tot 18 maanden. Tijdens de zitting op 4 maart 2025, waar ook een tolk aanwezig was, is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL25.7705, al een beslissing genomen op het beroep van verzoekster. Hierdoor was het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om die reden afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.