ECLI:NL:RBDHA:2025:8958

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 maart 2025
Publicatiedatum
22 mei 2025
Zaaknummer
NL25.7706
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met verlenging overdrachtstermijn

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 maart 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van het asielrecht. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. A.E. Martinez Linnemann, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Asiel en Migratie, waarbij de overdrachtstermijn van verzoekster was verlengd tot 18 maanden. Tijdens de zitting op 4 maart 2025, waar ook een tolk aanwezig was, is het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. De rechtbank heeft in een eerdere uitspraak, zaaknummer NL25.7705, al een beslissing genomen op het beroep van verzoekster. Hierdoor was het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om die reden afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.7706
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoekster], V-nummer: [V-nummer] , verzoekster,
(gemachtigde: mr. A.E. Martinez Linnemann),
en

de Minister van Asiel en Migratie, de minister, (gemachtigde: mr. K. Kanters).

Procesverloop

Bij besluit van 11 februari 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de overdrachtstermijn van verzoekster verlengd tot 18 maanden.
Verzoekster heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De rechtbank heeft het verzoek, samen met de zaak NL25.7705, op 4 maart 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoekster, bijgestaan door haar gemachtigde. Als tolk is verschenen M. Gure. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.7705, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B. Fijnheer, rechter, in aanwezigheid van K.F.K. Hoogbruin, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
19 maart 2025

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.