ECLI:NL:RBDHA:2025:8986

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 mei 2025
Publicatiedatum
22 mei 2025
Zaaknummer
NL25.17452
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag na inwilligend besluit

In deze zaak heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J.A. Pieters, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag. De rechtbank had eerder, op 2 december 2024, bepaald dat de minister van Asiel en Migratie binnen acht weken na die uitspraak moest beslissen op de aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Op 26 februari 2025 heeft de minister de asielaanvraag van eiseres ingewilligd. Eiseres heeft echter op 15 april 2025 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen door de minister, ondanks het feit dat haar aanvraag inmiddels was ingewilligd.

De rechtbank heeft overwogen dat eiseres op het moment van het indienen van het beroep geen procesbelang meer had, aangezien de minister inmiddels een beslissing had genomen op haar aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat, voordat een beroep kan worden ingesteld tegen het niet tijdig beslissen, de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog moet worden beslist op de aanvraag. Aangezien de minister op 26 februari 2025 een beslissing heeft genomen, was er geen grond voor het beroep dat eiseres had ingesteld. De rechtbank heeft het beroep derhalve kennelijk niet-ontvankelijk verklaard en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van M.M. Mulder, griffier, en is op 15 mei 2025 openbaar gemaakt.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.17452
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], V-nummer: [V-nummer] , eiseres
(gemachtigde: mr. J.A. Pieters),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingediend na de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 2 december 2024.1 In die uitspraak staat onder meer dat de minister binnen acht weken na verzending van die uitspraak moet beslissen op de aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: aanvraag).
Bij besluit van 26 februari 2025 heeft de minister de asielaanvraag van eiseres ingewilligd.
Eiseres heeft op 15 april 2025 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar aanvraag.

Overwegingen

1. De rechtbank vindt het in deze zaak niet nodig om partijen uit te nodigen voor een zitting.2
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd op een aanvraag beslist, dan kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet worden beslist op zijn aanvraag (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen besluit is genomen, dan kan de betrokkene beroep instellen.3
3. Op 26 februari 2025 heeft de minister een beslissing genomen op de aanvraag. Eiseres had daarom op 15 april 2025 geen procesbelang bij het indienen van een beroep tegen het niet-tijdig beslissen door de minister. Het beroep is derhalve kennelijk niet-ontvankelijk. Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.
1. Zaaknummer NL24.43242.
2 Artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
3 Artikel 6:2, onder b, en 6:12, tweede lid, van de Awb.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van M.M. Mulder, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
15 mei 2025

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak kunt een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als u graag een zitting wilt waarbij u persoonlijk uw mening aan de rechter kunt geven, kunt u dit in uw verzetschrift aangeven.