3.3.Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
De rechtbank heeft hierna opgenomen de wettige bewijsmiddelen met de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, betreft dit de pagina’s van het proces-verbaal met het nummer PL1500-2024297330, van de politie eenheid Den Haag (doorgenummerd pagina 1 t/m 52).
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd op de terechtzitting van 8 mei 2025, voor zover inhoudende:
Het floepte eruit. Het was naar meneer [naam 1] , want hij was de baas over mij daar. U vraagt mij of het iets was in de richting van "Ik pak hem nog wel. Al moet ik lang wachten. Ik ga hem neerschieten, ik ga hem steken." Ja, dat kan wel. Achteraf gezien snap ik dat hij zich bedreigd voelde.
2. Het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , opgemaakt op 13 september 2024, voor zover inhoudende (p. 8-9):
Ik doe aangifte van meerdere bedreigingen met de dood. Bij mij bestond de
overtuiging dat de verdachte zijn bedreiging werkelijk ten uitvoer zou leggen.
Gisteren, 12 september 2024, heeft [de verdachte] tegen zijn beveiligers verklaard dat hij mij wilde gaan dood maken. Ik hoorde van zijn beveiligers dat hij mij niet zou neerschieten maar neersteken, want dit zou beter voelen. Daarnaast zou [de verdachte] dit ook bij mijn vrouw en kinderen willen doen. Vandaag, 13 september 2024, heeft een collega [de verdachte] bezocht en heeft [de verdachte] aangegeven dat hij mij niet wil neerschieten maar wil martelen. Daarnaast zou [de verdachte] weten waar mijn gezin en ik wonen. Deze informatie heb ik ook direct vernomen van mijn collega, welke het gesprek met [de verdachte] heeft gevoerd.
Ik ken [de verdachte] vanuit mijn werkzaamheden binnen de Geestelijke Gezondheidszorg. Derhalve weet ik dat [de verdachte] twee jaar forensisch is behandeld en sinds tien dagen deze behandeling plaatsvind[t] in onze kliniek. Voorafgaand aan dit forensisch traject heeft [de verdachte] geprobeerd een collega neer te steken tijdens een opname bij GGZ Rivierduinen.
3. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] , opgemaakt op 13 september 2024, voor zover inhoudende (p. 13):
12 september 2024 was ik in dienst bij Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) Rivierduinen, gevestigd te Leiden. Ik bevond mij met [de verdachte] in de binnentuin samen met nog een collega. Ik hoorde [de verdachte] zeggen dat hij psychiater [naam 2] en zijn kinderen iets wilde aan doen. Ik hoorde [de verdachte] zeggen dat hij psychiater [naam 2] wilde vermoorden en dat hij hierbij een mes wilde gebruiken in plaats van een pistool, of woorden van gelijke strekking. Daarnaast hoorde ik [de verdachte] zeggen dat hij ook de kinderen en de vrouw van [naam 2] wilde vermoorden.
Vandaag, 13 september 2024, was ik wederom in dienst bij GGZ Rivierduinen. Ik hoorde [de verdachte] zeggen dat hij ging wachten tot zijn tijd bij ons voorbij was en dat hij dan de psychiaters zou gaan aanpakken.
4. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 16 september 2024, voor zover inhoudende (p. 22):
Ik, verbalisant, verklaar het volgende: Ik nam op 16 september 2024 telefonisch contact op met Victor Kros. Ik hoorde hem het volgende zeggen:
Op 12 september 2024 was ik in dienst bij Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) Rivierduinen, gevestigd te Leiden.Een van de patiënten was [de verdachte] . Nadat hij een gesprek had gevoerd met behandelende psychiater, genaamd [naam 2] , ben ik samen met mijn collega [naam 3] naar de binnentuin gegaan met [de verdachte] . [de verdachte] was boos en zei over de psychiater: "Wacht maar, ik pak hem nog wel. Al moet ik lang wachten, ik heb alle tijd. Ik ga hem neerschieten, ik ga hem steken. Steken is heftiger dan iemand neerschieten. Als hij het niet is dan de andere."
5. Het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt op 16 september 2024, voor zover inhoudende (p. 24):
Ik, verbalisant, verklaar het volgende: Ik nam op 16 september 2024 contact op met [getuige 2] . Ik hoorde haar het volgende zeggen:
Op 13 september 2024 was ik in dienst bij Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) Rivierduinen, gevestigd te Leiden. [de verdachte] zei dat er een zwarte aap in de boom zat. Toen ik vroeg wat hij bedoelde, zei hij dat het om de psychiater ging. De psychiaters op onze afdeling zijn [naam 2] [naam 1] en [naam 4] . Ik vroeg hem wat die er mee te maken had. Toen hoorde ik hem zeggen:"Ik zoek zijn familie op, ik weet waar hij woont en waar zijn kinderen en vrouw wonen. Als ik de gelegenheid krijg, zoek ik zijn gezin op, zijn vrouw en zijn kinderen. Ik wil ze martelen, niet neerschieten." Dit is de strekking in mijn eigen woorden.